Elihu (hebreeuws 'ĕlīhū': hij is God) is een in het
OT enkele malen voorkomende eigennaam, die
vooral bekend is geworden doordat in het boek Job
vier redevoeringen op naam staan van zekere E.
Deze figuur duikt onverwacht op; daarom wordt
algemeen aangenomen dat genoemde redevoeringen
later aan het boek Job zijn toegevoegd. Daarin legt
E. de nadruk op de opvoedende betekenis van het
lijden, maar wordt ook de invloed van de woorden
Gods, die straks rechtstreeks tot Job
worden gesproken,
voorbereid. De vraag in hoeverre de redevoeringen
organisch in de opbouw van het boek Job
passen is nog steeds in discussie.
Lit. J. H. Kroese, Die Elihureden im Buche Hiob (OTS II,
1943, 156-170). C. Westermann, Der Aufbau des Buches Hiob
(Tübingen 1956) 107-115. R. Gordis, Elihu the Intruder: A
Study of the Authenticity of Job (Biblical and other Studies,
Chapt. 32-33, ed. by A. Altmann, Cambridge (Mass.) 1963,
60-78).
[Beek]