Ptah

tekeningPtah, locale god van de egyptische stad Memphis, steeds als mens en op een archaïsche wijze voorgesteld. Hij werd met een andere locale godheid, de aardgod Ta-tenen, gelijkgesteld. De theologie van Memphis erkent hem als oergod en schepper van de kosmos, met inbegrip van de godenbeelden, de culten en de rechtsorde. Deze kosmologie is bewaard op de Sjabaka-stèle, nr. 498 van het British Museum (ANET 4-6). Zij vertoont een hoge graad van spiritualisering en abstrahering, want zij maakt de acht oergoden die deels in de kosmogonie van On-Heliopolis en deels in die van SjmunHermupolis een actieve rol spelen, tot verschijningsvormen van P. en laat hem de schepping voltrekken 'door wat zijn hart bedacht en wat zijn tong beval'. Deze schepping wordt evenwel ook meer materieel als een vormen of boetseren gedacht. Daarom was P. het voorbeeld en de beschermer van de ambachtslieden en werd hij door de Grieken met Hephaestus vereenzelvigd. In dit verband is de titel van de hogepriester van Memphis opmerkelijk: hij heet 'opperste leider van de kunstenaars'.

Als god van de hoofdstad werd P. tot rijksgod en zijn relatie met het koningschap bezorgde hem de titel 'heer van de koningsjubilea'. Samen met de leeuwin Sechmet en de lotusgod Nefertem vormde hij de trias van Memphis. P. werd anderzijds geïdentificeerd met een andere memphitische aardgod, Sokaris, tot P.-Sokaris, en, daar deze tevens de god was van de necropool (vandaar de naam Sakkara), ontstond hieruit weer de gelijkstelling P.-Sokaris-Osiris. De heilige stier van Memphis, Apis, werd de middelaar of ook de verschijningsvorm of de ba van P. genoemd.

Op het einde van het Nieuwe Rijk en vooral in het Late Tijdperk werd P. ook als een wanstaltige dwerg afgebeeld, voornamelijk op talloze amuletten, en speelde hij een rol als populaire beschermgod tegen allerlei onheilen, ongeveer zoals de god Bes (vgl. de Πάταικοι bij Herodotus 3,37).


Lit. RÄR 614-619, 584v. - M. Sandmann-Holmberg, The God P. (Lund 1946). P. Montet, P. patèque et les orfèvres (Revue Archéologique, 6e série, 40, 1952, 1-11). S. Morenz, Ptah-Hephaistos, der Zwerg (Festschr. F. Zucker, Berlin 1954, 277-290). [Vergote]


Lijst van Goden