Cappadocië

kaart Cappadocië (Καππαδοκία; naam perzisch: 'land van mooie paarden'), landstreek in Klein-Azië. Oorspronkelijk omvatte C. heel het gebied tussen de Halys en de Eufraat, van het Taurusgebergte tot aan de Zwarte Zee. Vanaf de 4e eeuw vC werd Pontus niet meer tot C. gerekend, dat sindsdien vrijwel uitsluitend uit hoogvlakte bestond. Het klimaat en de bodem laten slechts veeteelt (paarden en schapen) toe. Als belangrijkste plaatsen noemt Strabo Mazaca (Caesarea) en Tyana; op vele plaatsen bestonden tempeldomeinen met vele hiërodoulen, zoals dat van Ma (Enyo) te Comana en dat van Zeus te Venasa.

overzichtIn het tweede millennium vC was C. het kernland van het rijk der Hethieten. Ofschoon het sinds Cyrus deel uitmaakte van het perzische rijk, behield de satrapie C. een grote mate van zelfstandigheid onder de feodale aristocratie van het land. Alexander stelde zich tevreden met tributen; in zijn tijd regeerde Ariarathes I als satraap. Vanaf 321 werd om C. gestreden door Eumenes, Antigonus I en de Seleuciden, totdat Ariarathes II het gebied onafhankelijk maakte. Diens zoon noemde zich het eerst koning. Ariarathes IV (220-163) vocht aan de zijde van zijn schoonvader Antiochus III tegen de Romeinen, maar na 190 vC voerden de Ariarathiden een proromeinse politiek. Na 112 vC, toen Ariarathes VI vermoord werd, steunde Rome Cappadocia tegen Mithridates VI (Ariobarzanes) en later tegen Tigranes I van Armenië. Marcus Antonius bracht in 36 vC een nieuwe vorst op de troon, Archelaüs, die voornamelijk wegens het militair belang van C. als grensdistrict in 17 nC door keizer Tiberius werd afgezet.

Onder Vespasianus en Traianus werd de in 17 ingerichte keizerlijke provincia Cappadocia tezamen met Pontus en Armenia minor tot één grote provincie samengevoegd onder een legatus Augusti pro praetore (Arrianus).

Sinds Diocletianus was dit uitgestrekte gebied verdeeld in de provincies C. (vanaf 371 onderverdeeld in C.Prima met de hoofdstad Caesarea en C.Secunda met de hoofdstad Tyana), Armenia Prima, Armenia Secunda en Pontus Polemoniacus.

Het christendom vond in C. zeer vroeg verbreiding (1Pt 1); in de 4e eeuw schonk het land aan de kerk drie beroemde kerkvaders, Basilius van Caesarea, Gregorius van Nazianze en Gregorius van Nyssa.


Lit. W. Ruge (PRE 10, 1910-1917). G. C. Susini (EAA 2, 330v). - W. E. Gwatkin, Cappadocia as a Roman Procuratorial Province (Univ. of Missouri Studies 5, 1930). A. H. M. Jones, The Cities of the Eastern Roman Provinces (Oxford) 175-191. D. Magie, Roman Rule in Asia Minor to the End of the third Century after Christ 1-2 (Princeton 1950). [J. A. de Waele]


Kaart