Djedu (egyptisch Ddw, grieks Βούσιρις) was in het oude Egypte de
hoofdstad van de 9e Delta-gouw, 'nd.t, wier naam in
zeldzame gevallen, in plaats van D., de stad zelf
aanduidt. Naar deze stad werd een lokale god 'Andjti
('die van 'Andjet') genoemd, die met vorstelijke attributen
(scepter en zweep) wordt afgebeeld. Hij
werd zeer vroeg verdrongen door
Osiris, die aan
hem het karakter van goddelijke koning ontleende.
D. wordt geschreven met twee djed-pijlers, het symbool
van deze god. Naar zijn tempel, Pr-Wsir-nbddw
('Huis van Osiris, Heer van Djedu') werd later
de gehele stad genoemd. Tot zijn eerste gedeelte herleid,
gaf deze naam het ontstaan aan het griekse 'Bousiris',
assyrisch bušīru, en
hiervan stamt de moderne plaatsnaam Abu-Sir-Bana.
Hoewel nog andere steden zo heetten, was
Busiris in de Delta, naast
Abydus, de voornaamste
cultusplaats van Osiris (zie ook Dodenschip).
Herodotus (2,59-61) verhaalt dat hier ook een grote
tempel van Isis stond, waar jaarlijks een treurfeest
plaats had, maar religieuze schroom belette hem te
zeggen dat hiermee de dood van Osiris herdacht
werd. Van deze monumenten is nog niets ontdekt.
Lit. K. Sethe (PER 3, 1073v). Porter/Moss 4,44. [Vergote]