Maras, turkse stad in de gelijknamige provincie in
Zuidoost-Turkije, tijdens het 1e millennium vC
hoofdstad van de neo-hethitische staat Gurgum.
Alle vondsten dragen een toevalskarakter, daar tot
nu toe geen officiële opgravingen plaatsgevonden
hebben. De hiërogliefenteksten van M. vermelden
een groot aantal locale heersers, waarvan de vroegste
misschien tot in de 10e eeuw vC teruggaan. Twee
van deze vorsten, Muwatallis II en Halpa-Ru(n)das
II, die rond het midden van de 9e eeuw vC hebben
geregeerd, worden eveneens in assyrische teksten
vermeld. Met uitzondering van twee poort-leeuwen
kunnen alle met zekerheid aan M. toe te schrijven
stukken als stèles gekarakteriseerd worden. In de
meest recente studie over de neo-hethitische kunst
wordt een onderverdeling in vier stijlgroepen voorgesteld,
die misschien gedeeltelijk contemporain zijn
en in dat geval van kwalitatief ongelijkwaardige ateliers
afkomstig zouden kunnen zijn. Zij beelden
maaltijdscènes uit, waarvoor men een samenhang
met een dodencultus vermoed heeft.
Lit. W. Orthmann, Untersuchungen zur späthethitischen Kunst
(Bonn 1971, passim: kunst; 202-205: geschiedenis)
[Houwink ten Cate]