Ofir

kaarOfir (bijvorm Ophir) wordt in Js 13,12; Ps45,10; Job 22,24,28.16 genoemd als een gebied of plaats die beroemd is vanwege het goud dat er vandaan kwam. Waar O. precies lag is niet gemakkelijk uit te maken. Men heeft het gezocht in zeer verschillende streken: in Zuidwest-Arabië aan de kust van de Rode Zee, maar ook in Oost-Arabië bij de Perzische Golf of in Oman. Voorts is gedacht aan India, waar men het geïdentificeerd heeft met Sopara, 60 km noordelijk van Bombay. Velen zoeken het in het gebied tussen Nubië en Somaliland, waar men ook vermoedt dat Punt gelegen heeft. Zelfs is wel gedacht aan Mozambique als gebied waar O. lag. Om tot een oplossing te komen kan men het best uitgaan van Gn 10,29. Het is duidelijk dat deze plaats de bewoners rekent tot de nakomelingen van Joktan en het gebied waar deze stam woonde, plaatst in Zuidwest-Arabië, ongeveer in Asïr. Uit deze plaats kan Salomo stellig het goud, de edelstenen en het almuggim-hout betrokken hebben door middel van de scheepvaart die hij tesamen met Hiram van Tyrus ondernomen had vanuit Ezeon Geber aan de Golf van Akaba (1Kg9,26-28; 10,11).

Wel is het moeilijk denkbaar dat de schepelingen vandaar ook het ivoor en de verschillende soorten apen haalden, waarvan 1Kg 10,22 spreekt. Terecht wijst Von Wissmann er echter op dat in deze plaats nergens van O. sprake is en gedacht kan zijn aan een vaaart veel verder weg, bv. naar Somaliland. Op deze wijze zouden de verschillende gegevens van het OT het beste tot hun recht komen en behoeft men niet met Christidès zijn toevlucht te nemen tot twee O.s, een in Arabië en een eldërs.


Lit. R. Schreiben, Les entreprises navales du roi Salomon (Annuaire de l'Institut de philologie et d'histoire orientales et slaves 13, Bruxelles 1953, 587-590). W. F. Albright, Die Religion Israels (Basel 1956) 150-152, 237. Simons § 185. J. Ryckmans, O. (DBS 16, 1960,744-751). D. S. Attema, Arabië en de Bijbel (Den Haag 1961) 43-44. Th. Price, Sofala, thought O. (Glasgow University Oriental Series. Transactions 20, 1965, 23-37). M. D. W. Jeffreys, Some Semitic Influences in Hottentot Culture (Johannesburg 1968) 13. Vassilios Christidès, L'énigme d'O. (RB 77, 1970, 240-247). H. von Wissmann, O. und Hawila (PRE, Suppl. 12, 1970, 969-979). [Attema]


Kaart