Thoricus (Θορικός), stadje en deme op de oostkust
van Attica, nabij de zilvermijnen van
Laurium,
thans Theriko. T. was al in het 2e
millennium vC bewoond (blijkens een koepelgraf en
resten van huizen) en zou een van de steden van de
prehistorische attische dodecapolis zijn geweest. In
412 vC werd de plaats versterkt, ter beveiliging van
de zilvermijnen. Haar betekenis ontleende zij voorts
aan de beide havens, maar in de hellenistische tijd
ging zij snel achteruit, o.m. door de concurrentie
van de Piraeus.
Van de resten uit de oudheid verdienen
vermelding een archaïsch, ca. 300 vC vergroot,
theater (foto hiernaast),
de vesting- en havenwerken, een Dionysus-heiligdom
en een paar kleine tempels. Voorts
zijn uitgestrekte necropolen blootgelegd en onderzocht.
Lit. W. Wrede (PRE 6A, 338-340). L. Guerrini (EAA 7, 836v). Verslagen
van de belgische opgravingen sinds 1963: H. Mussche/J.
Bin e.a., Thorikos. Rapports préliminaires sur les campagnes de
fouilles (Bruxelles 1964vv; 7 delen verschenen). H. Mussche, Thorikos.
Eine Führung durch die Ausgrabungen Gent 1978).
[Nuchelmans]