Turnacum

kaart


De zegelring van Childerik I, gevonden in zijn graf
(nu in Monnaie de Paris (Bib.Nat.))
Turnacum (of Tornacum), gallo-romeinse nederzetting (vicus) in het gebied van de Menapiërs in Gallia Belgica thans Doornik/Tournai. T. was gunstig gelegen aan de Schelde en aan de weg van Bagacum (Bavai) naar Castellum Menapiorum (Cassel), een aftakking van de grote heirbaan van Colonia Agrippinensis (Keulen) naar Gesoriacum (Boulogne-sur-Mer). De aanvankelijk kleine nederzetting groeide in de le en 2e eeuw nC uit tot een welvarende marktplaats en tot een belangrijke leverancier van kalksteen en kalk; in en rond Doornik zijn resten van talrijke antieke kalksteengroeven en -ovens gevonden. In 172-174 werd T. door de Chauci geplunderd, kort na het midden van de 3e eeuw door de Franken. Bij de provinciale reorganisatie van Diocletianus werd de herstelde stad in plaats van Castellum Menapiorum hoofdstad van de Civitas Menapiorum, die sindsdien ook Civitas Turnacorum heette; in die tijd kreeg T. ook stadswallen. In 407 werd het verwoest door de Vandalen. Kort daarna vestigden zich in T. Salische Franken, wier koningen Clodion, Merovaeus en Childerik I er resideerden. De eerste bisschop van T. wordt vermeld in de 6e eeuw nC.

Van de stadswallen zijn belangrijke resten teruggevonden, evenals van een aantal particuliere en openbare gebouwen (sommige met wandschilderingen). Honderden graven zijn ontdekt; het belangrijkste daarvan is het in 1653 aan het licht gekomen rijke graf van de in 481 overleden frankische koning Childerik I, de vader van Clovis.


Lit. P. Goessler (PRE 7A, 1398-1408). S. J. de Laet (Princeton Encyclopedia of Classical Sites, Princeton 1976, 940v). - M. Amand/I. Eykens-Dierickx, Toumai romain (Dissertationes Archaeologicae Gandenses 5, Bruges 1960). M. Amand, Les véritables origines de Tournai (Helinium 3, 1963, 193-204). [Nuchelmans]


Kaart