Claudius Ptolemaeus (Πτολεμαῖος), beroemde griekse wiskundige, astronoom en geograaf (ca. 100-170). P. werd geboren te Ptolemaïs in Egypte, was werkzaam in Alexandrië en hield zich vooral bezig met toepassingen van de wiskunde op astronomie, geografie en fysica. De resultaten van zijn studie legde hij neer in een aantal handboeken en tractaten die, compilatie van voorgangers met eigen observatie verbindend en uitmuntend door grote helderheid, bijna 1500 jaar als standaardwerken hebben gegolden en, mede via arabische en latijnse vertalingen, het astronomische en het geografische denken hebben beheerst Zijn belangrijkste werken zijn de volgende.
1. Μαθηματική σύνταξις in 13 boeken (Mathematische samenvatting; ed. J. Heiberg, Ptolemaei Opera quae exstant omnia 1, 1-2, Leipzig 1898-1903; duitse vertaling met commentaar K. Manitius, Leipzig 1912v, ²1963), het grote handboek van de antieke geocentrische astronomie, die naar de auteur het stelsel van P. genoemd is. Dit is gebaseerd op de excentrisch-epicyclische theorie van Hipparchus van Nicaea. In de boeken 3 en 6 (resp. over de zon en de zonsverduisteringen) beperkt P. zich tot het weergeven van Hipparchus' opvattingen. Met betrekking tot de maan (boeken 4 en 5) brengt hij belangrijke correcties aan, ten aanzien van de planeten (9-13) ontwerpt hij een nieuw systeem, zijn tabellen voor de vaste sterren (7-8) berusten op nieuwe waarnemingen. Het werk werd ook Μεγίστη (Zeer grote) σύνταξις genoemd; deze titel werd in de 9e-eeuwse arabische vertaling met Tabrir-almajisti weergegeven, waaruit de middeleeuwse en moderne benaming Almagest ontstond.
3. Φάσεις ἀπλανῶν ἀστέρων καὶ συναγωγὴ ἐπισημασιῶν (Opkomst- en ondergangstijden der vaste sterren en verzameling van weersvoorspellingen; ed. J. Heiberg o.c. 2, 1907, 1-67) in twee boeken, waarvan alleen het tweede over is.
4. Ὑποθέσεις τῶν πλανωμένων (De posities der planeten; ed. J. Heiberg o.c. 2, 1907, 69-145, met duitse vertaling) in twee boeken, waarvan het eerste in het grieks, het tweede slechts in een arabische vertaling bewaard gebleven is.
5. Περὶ ἀναλήμματος (Het analemma; ed. J. Hek berg o.c. 2, 1907, 189-223) beschrijft een ortogonale projectiemethode ten behoeve van de aanpassing van zonnewijzerplaten aan de geografische breedte. Het werkje is bewaard gebleven in een latijnse vertaling, van de griekse tekst bezitten we slechts een paar fragmenten.
6. Προχείρων κακόνων διάταξις καὶ ψηφοφορία (Schema en berekeningswijze der handtabellen; ed. J. Heiberg o.c. 2, 1907, 157-185), gebruiksaanwijzing bij de astronomische tabellen van P., die alleen in latere bewerkingen bewaard zijn gebleven.
7. πλωσις ἐπιφάνειας σφαίρας ('Vereenvoudiging' van het boloppervlak; ed. J. Heiberg o.c. 2, 1907, 225-259) beschrijft de stereografische projectie van de hemelbol vanuit de zuidpool op het vlak van de equator. We bezitten alleen een latijnse vertaling, Planisphaerium getiteld.
8. Ἀποτελεσματικά (Astrologie; ed. F. Boll/E. Boer, Leipzig 1940; met engelse vertaling F. E. Robbins, Loeb Class. Libr., London 1940) in vier boeken, daarom ook Τετράβιβλος genoemd, in de latijnse vertaling Quadripartitum; het werk was eeuwenlang de bijbel der astrologen.
9. Ἁρμονικά (Muziekleer; ed. I. Düring, Göteborg 1930; duitse vertaling id., ib. 1934) in drie boeken, samen met Porphyrius' commentaar een belangrijke bron voor onze kennis van de griekse intervallentheorie en de leer der toonsoorten.
10. Ὀπτικὴ πραγματεία (Handboek der optica), alleen bewaard gebleven in een latijnse vertaling uit het arabisch, waarvan boek 1 en het slot van 5 ontbreken (ed. G. Govi, Turijn 1885; A. Lejeune, Louvain 1956); het bevat o.a. metingen betreffende de straalbreking.
11. Περὶ κριτηρίου καὶ ἡγεμονικοῦ (Het vermogen
tot oordelen en het leidende deel van de ziel; ed. F.
Lammert, Leipzig ²1961), een korte kennistheoretische
verhandeling op peripatetische grondslag, vermengd
met platonische en stoicijnse elementen.
Lit. K. Ziegler/E. Boer/B. van der Waerden/F. Lammert (PRE
23, 1788-1859). E. Polaschek (PRE Suppl. 10, 1965, 681-833).
- O. Cuntz, Die Geographie des P. (Berlin 1923). P. Schnabel,
Text und Karten des P. (Leipzig 1938). A. Lejeune, Euclide
et Ptolémée. Deux stades de Poptique grecque (Louvain
1948). A. Schoening, Germanien in der Geographie des P.
(Detmold 1962).
[Nuchelmans]