Nereïden

goudNereïden (Νηρηίδες), de vijftig, of volgens andere bronnen honderd dochters van Nereus en Doris; bij name zijn er o.a. uit Homerus en Hesiodus meer dan vijftig bekend. De N. genoten vooral verering bij de zeelieden, die zij beschermden tegen schipbreuk.

In de beeldende kunst worden ze vrijwel nooit als wezens met visse- of slangelijven voorgesteld, maar altijd als mensen, in de oudste tijden geheel gekleed, na ca. 400 vC ook vaak met ontbloot bovenlichaam. Veel afbeeldingen hebben betrekking op mythen rond Achilles en Thetis, welke laatste zelf een Nereïde was.

Lit. Homerus, Ilias, 38-49. Hesiodus, Theogonie 240-264. P. Weizsäcker (Roscher 3, 207,-240). G. Herzog-Hauser (PRE 17, 1-23). [Schouten]


mythen