Albinovanus Pedo, romeins dichter, jongere tijdgenoot
en vriend van Ovidius, die aan A. de 10e brief
van het 4e boek zijner Epistulae ex Ponto richtte,
waarschijnlijk identiek met de praefectus equitum
Pedo, die Tacitus (Annales 1,60) vermeldt. Tijdens
de regering van keizer Tiberius
schreef A. een epos
over de veldtochten van Germanicus,
waaruit Seneca
maior (Suasoriae 1, 15) 22 hexameters citeert als
voorbeeld van een latijnse oceaanbeschrijving. Seneca
minor (Epistulae 1, 22, 15-16) noemt hem een
fabulator elegantissimus ('een verteller met zeer goede
smaak'). De Consolatio ad Liviam en de beide
Elegiae in Maecenatem, waarvan de auteurs ons
onbekend zijn, werden door de humanist Joseph
Justus Scaliger (1540-1609) ten onrechte aan A. toegeschreven.
[Nuchelmans]