Gaius Rabirius, episch dichter uit de tijd van Augustus,
van wie slechts een vijftal versregels bewaard
gebleven zijn. Door Seneca
(De beneficiis 6, 3) worden
een paar woorden geciteerd die R. aan Marcus
Antonius in de mond gelegd zou hebben voordat
deze zelfmoord pleegde. Daarom wordt R. door
sommigen geïdentificeerd met de auteur van een
anoniem gedicht over de slag bij Actium waarvan
een te Herculaneum gevonden papyrus ons enkele
tientallen hexameters bewaard heeft.
Lit. Fragmenten in W. Morel, Fragmenta Poetarum Latinorum
Epicorum et Lyricorum practer Ennium et Lucilium
(Leipzig 1927) 120v. - De fragmenten van De bello Actiaco
in E. Baehrens, Poetae Latini Minores 1 (ib. 1879) 212-220,
en G. Garuti, Bellum Actiacum e papyro Herculanensi 817
(Bologna 1958). - W. Kroll (PRE 1 A, 28v). [Nuchelmans]