Vulgata

Vulgata (in plaats van vulgata interpretatio, 'algemeen verspreide vertaling') of Vulgaat (Vg) is sedert de late middeleeuwen de benaming van de in de katholieke kerk gangbare en door haar gesanctioneerde bijbeltekst, zoals die door Hieronymus werd vervaardigd. In 383 kreeg deze van paus Damasus opdracht de latijnse evangelieteksten (Vetus Latina), die talrijke fouten bevatten en waarvan de literaire vorm onverzorgd was, aan de hand van de griekse tekst te verbeteren. In een brief aan zijn opdrachtgever zette Hieronymus uiteen dat hij zich voornamelijk wanneer er van een foutieve weergave sprake was, tot ingrijpen genoodzaakt zag, maar dat hij een grote terughoudendheid betrachtte wanneer uitsluitend het wijzigen van de verwoordin in het geding was: teksten waarmee men door de liturgie en voorlezing in een bepaalde vorm vertrouwd was, konden op grond van de traditie en tevens uit tactische overwegingen beter zo weinig mogelijk worden aangetast. Er is dan ook meer van een revisie dan van een nieuwe vertaling sprake. De herziening van de rest van het NT, veel vluchtiger, is wel van een andere hand. In 384 vervaardigde Hieronymus verder een revisie van de Ps volgens de LXX-tekst. Een jaar daarna naar Bethlehem vertrokken, nam hij de herziening van de latijnse tekst van het OT ter hand. Allereerst voltooide hij op basis van de LXX-tekst van Origenes' Hexapla een herziening van de Ps, waarbij hij ook de hebreeuwse tekst betrok; deze herziening werd naderhand bekend als Psalterium Gallicanum. Hieronymus' inzicht in de betekenis van de grondtekst was door zijn intensieve studie van het hebreeuws gegroeid. Tegen 390 begon hij aan een vertaling/herziening van het OT op basis van het hebreeuws, waarbij hij echter toch ook dikwijls de LXX volgde om niet al te veel van de gangbare latijnse tekstvorm af te wijken.

In zijn vertaling is zowel de invloed van de rabbijnse tradities als van zijn kennis van de antieke cultuur te bespeuren. Hieronymus begon met de boeken Sm, Kg en de Profeten, vervolgens kwamen Job, Es, Neh, Kr, Spr, Pr en het H1 aan de beurt, tenslotte volgden tegen 405 de Octateuch (Pentateuch, Joz, Ri, Rt) en tenslotte de boeken Est, Tob en Jdt. Tot ongeveer 406 heeft hij hieraan gewerkt. De bijbelboeken Wh, Sir, Bar en 1 en 2M bewerkte hij met, aangezien hij ze als niet-canoniek beschouwde: deze hebben in de Vg de oudlatijnse vorm behouden.

Over het geheel genomen heeft Hieronymus met zijn vertaling/herziening een bewonderenswaardige prestatie geleverd. Zijn vertaling is zorgvuldig, echter niet slaafs. In de later vertaalde boeken neemt de aandacht voor de stilistische verzorging toe. Slechts geleidelijk is de Vg de algemeen erkende latijnse bijbeltekst geworden. Aanvankelijk ondervond ze veel bestrijding, o.a. van de zijde van Rufinus en van Augustinus, die zich negatief uitliet over de betekenis die Hieronymus aan de hebreeuwse tekst toekende. Eerst ten tijde van Gregorius de Grote (ca. 600) kreeg de hieronymiaanse versie gelijke rechten en eerst in de 8e/9e eeuw werd ze overheersend. Nog in de 13e eeuw werden teksten gecopieerd volgens de Vetus Latina. In de loop van de tijd werd de Vg-tekst ten gevolge van kopistenfouten en vooral door het aanbrengen van lezingen uit Vetus-Latina-hss. zeer onzeker. Velen hebben getracht de tekst weer van ingeslopen fouten te zuiveren (bv. Alcuin en Theodulphus ten tijde van Karel de Grote, Lanfranc van Canterbury in de 11e eeuw), maar met pover resultaat. Toen door het concilie van Trente de Vg-tekst als de toonaangevende bijbeltekst werd aangewezen, werd daartnj tevens bepaald dat deze tekst zoveel mogelijk vrij van fouten moest worden vastgesteld en gedrukt. Zo kwam na velerlei moeilijkheden de standaarduitgave van de zogenaamde clementijnse bijbel tot stand (edities van 1592, 1593 en 1598).

Sedert het einde van de vorige eeuw heeft men zich weer diepgaand met de tekst van de Vg bezig gehouden. In 1907 gaf paus Pius X de Benedictijnerorde opdracht tot het herzien van de Vg-tekst. Dit werk wordt verricht door monniken van de in 1933 speciaal hiervoor opgerichte San Girolamo-abdij te Rome. Een groot gedeelte van het werk is gereed.


Lit. Uitgaven: J. Wordsworth/H.J. White/H.F.D. Sparks, Novum Testamentum latine secundum editionem S. Hieronymi (Oxford 1889-1954). Biblia sacra vulgatae editionis Sixti V Pont. Max. iussu recognita et Clementis VIII auctoritate edita (Rome 1959). Monachi Abbatiae S. Hieronymi in Urbe, Biblia sacra iuxta latinam vulgatam versionem 1-15 (Rome 1926-1979). Biblia sacra iuxta vulgatam versionem, recensuit et brevi apparatu critico instruxit R. Weber, adiuvante B. Fischer 1-2 (Stuttgart 1975/1980. J. Bover/J. O'Callaghan, Nuevo Testamento trilingüe (Madrid 1977). Studies: F. Kaulen, Geschichte der Vg (Mainz 1868). H. Rönsch, Itala und Vg (Marburg 1875). F. Kaulen, Sprachliches Handbuch zur biblischen Vg² (Freiburg 1904 = Hildesheim/New York 1973). J. Chapman, Notes on the Early History of the Vulgate Gospels Oxford 1908). H. Quentin, Mémoire sur l'établissement du texte e la Vulgate (Rome 1922). W.E. Plater/H.J. White, A Grammar of the Vulgate Bible (Oxford 1926). F. Stummer, Einführung in die lateinische Bibel (Paderborn 1928). P. Salmon, La révision de la Vulgate (Rome 1937). G.Q.A. Meershoek, Le Latin biblique d'après saint Jérôme (Latinitas Christianorum Primaeva 20, Nijmegen/Utrecht 1966. B. Fischer, Novae concordantiae bibliorum sacrorum iuxta vu atam versionem critice editam (Stuttgart/Bad Cannstatt 1977). T.Stramare, Die Neo-Vulgata, Zur Gestaltung des Textes (BZ 25, 1981, 67-81). [Bartelink]


Afkortingen Lijst van auteurs