Lex, (I) in het romeinse privaatrecht term voor een contract of verbintenis tussen twee partijen (lex privata), in het publiek recht voor een van de overheid uitgaande algemene rechtsregel. Deze leges publicae werden onderscheiden in leges rogatae, die op voorstel van een magistraat in de comitia werden aangenomen, en leges datae, die door een met imperium beklede magistraat krachtens delegatie van volk of senaat werden uitgevaardigd. Tot de leges rogatae behoorden ook de plebiscita, hoewel deze pas sinds de lex Hortensia van 278 vC voor de gehele burgerij bindend waren. Leges rogatae die een verbod inhielden werden verdeeld in vier categorieën:
- een l. perfecta bewerkte de nietigheid van de verboden
daad maar stelde de overtreder niet strafbaar;
- een l. minus quam perfecta bewerkte geen nietigheid
van de verboden daad maar stelde wel de overtreder
strafbaar;
- een l. plus quam perfecta bewerkte zowel nietigheid
als strafbaarheid;
- een l. imperfecta bewerkte noch nietigheid noch
strafbaarheid.
Voor de rechtsgeldigheid van een 1. rogala was een
procedure in vier fasen vereist:
- legislatio: de magistraat die het wetsvoorstel indient
(lator of auctor) maakt de inhoud van zijn
voorstel bekend (promulgatio) en convoceert de
comitia centuriata of tributa waarin het behandeld
zal worden. Geen wetsvoorstel mocht worden ingediend
zonder voorafgaande toestemming van de
senaat.
- rogatio: de stemming over het voorstel in de
comitia. Deze mocht niet gehouden worden binnen
25 dagen na de indiening; wel kon er binnen deze
termijn in een contio worden beraadslaagd, maar
deze deliberatie mocht slechts tot een positief of
negatief advies, niet tot amendering leiden.
- renuntiatio: bekendmaking van de uitslag van de
stemming. Tot op dit ogenblik was de intercessio
van een volkstribuun mogelijk.
- publicatio: de officiële publicatie van de wet, waarvan
de tekst op een stenen of bronzen plaat werd
aangebracht. De wet werd genoemd naar het nomen
gentilicium van de indiener(s).
Leges datae hadden in de tijd van de republiek vrijwel uitsluitend betrekking op het bestuur van provincies en municipia. Dictatoren en de triumviri bezaten onbeperkte volmachten om wetten uit te vaardigen zonder medewerking of goedkeuring van volk of senaat. Vanaf keizer Tiberius werden de comitia nog maar zelden voor wetgevende arbeid bijeengeroepen. Op deze wijze verdween snel het verschil tussen I. data en I. rogata. De keizerlijke constitutiones ontwikkelden zich organisch uit de leges datae. Sinds Diocletianus werden alle keizerlijke verordeningen leges genoemd.
In de keizertijd deed zich steeds meer de behoefte gevoelen aan verzamelingen van wetten of wetboeken. Daarin werd voorzien door de codices Gregorianus, Hermogenianus, Theodosianus en Iustinianus.
(II) Men schat dat er tussen 510 vC en 100 nC ca. 800 leges rogatae tot stand gekomen zijn. Het volgende overzicht vermeldt in alfabetische volgorde een aantal beiangrijke romeinse wetten.
1. De l. Acilia de repetundis, 123 of 122 vC, ingediend
door de volkstribuun Manius Acilius
Glabrio, reorganiseerde de gerechtshoven voor
aanklachten wegens afpersing, zodat de invloed van de
senatoren daarin beperkt werd.
2. De l. Antonia de dictatura in perpetuum tollenda,
44 vC, ingediend door de consul
Marcus Antonius,
schafte voor altijd het ambt van dictator af.
3. De l. Antonia de actis Caesaris confirmandis,
44 vC, ingediend door de consul
Marcus Antonius,
bekrachtigde de door Caesar tijdens diens
dictatuur getroffen maatregelen.
4. De l. Aurelia de Cribunicia potestate, 75 vC, ingediend
door de consul Gaius Aurelius Cotta,
schafte Sulla's
wet die gewezen volkstribunen het
recht ontnam zich kandidaat te stellen voor andere
ambten, af.
5. De l. Aurelia iudiciaria, 70 vC, ingediend door de
praetor Lucius Aurelius Cotta,
bepaalde dat de gerechtshoven voortaan uit gelijke aantallen senatoren,
ridders en tribuni aerarii zouden bestaan.
6. De l. Calpurnia de repetundis, 149 vC, ingediend
door de volkstribuun
Lucius Calpurnius Piso,
stelde een permanent gerechtshof (quaestio perpetua)
in voor aanklachten en processen wegens
afpersing in de provincies.
7. De l. Canuleia de conubio patrum et plebis, 445
vC, ingediend door de volkstribuuo Gaius Canuleius,
stond geldige huwelijken tussen patriciërs en
plebejers toe.
8. De l. Claudia de nave senatorum, 218 vC, ingediend
door de volkstribuun Quintus Claudius, verbood
aan senatoren het bezit van zeewaardige schepen
met een inhoud van meer dan 300 amforen.
9. De l. Clodia de civibus Romanis interemptis, 58
vC, ingediend door de volkstribuun
Publius Clodius,
strafte met verbanning de magistraat die
een romeinse burger zonder proces liet terechtstel]en:
het eerste slachtoffer van deze wet was
Cicero.
10. De leges Corneliae van
Lucius Cornelius Sulla,
waarvan de meeste na zijn dood spoedig werden
afgeschaft.
11. De l. Domitia de sacerdotiis, 104 vC, ingediend
door de volkstribuun Gnaeus Domitius Ahenobarbus,
vertrouwde de verkiezing van de leden der vier
hoogste priestercolleges toe aan de minor pars
populi, een kieslichaam bestaande uit 17 van de 35
tribus.
12. De l. Fufia Caninia de manumissione, 2 vC, ingediend
door de consuls Gaius Fufius Geminus en
Lucius Caninius Gallus, beperkte het aantal slaven
aan wie bij testament de vrijheid mocht worden
geschonken.
13. De l. Gabinia tabellaria, 139 vC, ingediend door
de volkstribuun Aulus Gabinius, voerde geheime
schriftelijke stemming in bij verkiezingen.
14. De l. Hortensia de plebiscitis, 287 vC, ingediend
door de dictator Quintus Hortensius, stelde
plebiscita gelijk met wetten.
15. De l. lulia de civitate Latinis et sociis danda,
90 vC, ingediend door de consul
Lucius Iulius
Caesar, verleende het romeinse burgerrecht aan alle
bewoners van Italië die Rome in de
bondgenotenoorlog (3)
trouw waren gebleven.
16. De l. lulia agraria, 59 vC, ingediend door de
consul Gaius Iulius Caesar,
verdeelde een groot
aantal domeinen onder veteranen en arme burgers.
17. De l. lulia frumentaria, 46 vC, ingediend door de
dictator Gaius Iulius Caesar,
beperkte de graanuitdelingen tot 150.000 personen.
18. De l. lulia de maritandis ordinibus, 18 vC, ingediend
door keizer Augustus, verbood personen
van senatoriale rang te huwen met vrijgelaten
vrouwen en actrices, maar stond het huwelijk van
vrije burgers met vrijgelatenen toe.
19. De I. lulia de adulteriis coercendis, 18 vC, ingediend
door keizer Augustus, stelde strenge straffen
op overspel.
20. De leges Liciniae Sextiae, 367 vC, ingediend
door de volkstribunen Gaius Licinius Stolo en Lucius
Sextius Lateranus, verleenden aan plebejers
gelijk recht op het consulaat als aan patriciërs en
beperkten het bezit van ager publicus tot 500
iugera.
21. De l. Ogulnia de sacerdotiis, 300 vC, ingediend
door de volkstribuun Quintus Ogulnius Gallus, verleende
aan plebejers de toegang tot de meeste priestercolleges,
wier ledental verdubbeld werd.
22. De l. Plautia Papiria de civitate danda, 89 vC,
ingediend door de volkstribunen
Marcus Plautius
Silvanus en Gaius Papirius Carbo, verleende het romeinse
burgerrecht aan alle opstandige bewoners
van Italië die binnen 60 dagen de wapens zouden
neerleggen.
23. De l. Pompeia Licinia de tribunicia potestate,
70 vC, ingediend door de consuls
Gnaeus Pompeius
en Marcus Licinius Crassus, herstelde
het door Sulla ontkrachte volkstribunaat.
24. De l. Porcia de provocatione, 199 vC, ingediend
door de volkstribuun Publius Porcius Laeca, breidde
het ius provocationis uit tot alle romeinse burgers
in Italië en de provincies.
25. De l. Roscia de civitate Transpadanorum, 49 vC,
ingediend door de praetor Lucius Roscius Fabatus,
verleende het romeinse burgerrecht aan de bewoners
van Gallia Cisalpina ten noorden van de Po.
26. De leges Semproniae, ingediend door de volkstribunen
Tiberius en Gaius Gracchus.
27. De l. Titia de IIIviris reipublicae constituendae,
23 november 43 vC, ingediend door de volkstribuun
Publius Titius, benoemde Octavianus,
Antonius en
Lepidus tot tresviri reipublicae constituendae
en bekrachtigde hun afspraken.
28. De l. Vatinia de provinciis, 59 vC, ingediend
door de volkstribuun Publius Vatinius, verleende
aan Caesar het proconsulaat
in Gallia voor vijf jaar.
Lit. E. Weiss (PRE 12, 2315-2319). E. Weiss e.a. (PRE 12,
2319-2430). - A. C. Johnson/P. R. Coleman-Norton/F. C.
Bourne, Ancient Roman Statutes (Austin 1961). J. Bleicken,
Lex publica. Gesetz und Recht in der römischen
Republik (Berlin/New York 1975).
[Nuchelmans]