Peutinger kaart

Peutinger kaart (latijn tabula Peutingeriana). In het begin van de 16e eeuw vond Conrad Celtes, waarschijnlijk in de bibliotheek van een zuidduitse abdij, een romeinse wereldkaart, getekend op elf bladen perkament, die tot een lange reep van 6,82 m lengte aaneengeplakt waren, met een breedte van 0,34 m. Bij testament liet hij de kaart na aan Conrad Peutinger, raadsheer van Augsburg, met de bepaling dat deze voor publicatie moest zorgen. Hoewel Peutinger, naar wie de kaart is genoemd, een begin met de uitgave heeft gemaakt, bezorgde een familielid, Marcus Welser, de editio princeps pas in 1598 te Antwerpen. In de 18e eeuw kocht Eugenius van Savoye de kaart uit de nalatenschap van een afstammeling van Peutinger en na zijn dood kwam zij met zijn hele bibliotheek in het bezit der oostenrijkse keizers; daardoor berust de P.k. nu in de Nationale Bibliotheek, de vroegere Hofbibliothek, te Wenen. De kaart is vervaardigd omstreeks 1200; zij is een copie van een origineel dat waarschijnlijk stamt uit de eerste helft van de 4e eeuw. Op de kaart staan namelijk enige toevoegsels met een duidelijk christelijk karakter zoals de St. Pieter bij Rome en de Olijfberg bij Jeruzalem; deze kunnen pas zijn aangebracht nadat Constantijn de Grote de christenen vrijheid van godsdienst had verleend. Daar staat tegenover dat de hoofdsteden der gallische civitates nog hun oude namen hebben; daar hebben namelijk de namen der stammen op de duur die van de hoofdsteden verdrongen; bv. Lutetia, hoofdstad der Parisii, werd Parijs.
Deze naamsverandering kreeg ca. 300 haar beslag. Men zal daarom het origineel van de P.k. niet te ver in de 4e eeuw moeten dateren. Tussen dit origineel en de bewaarde copie moet men vermoedelijk twee tussenstadia aannemen: een in unciaal-schrift en een in (karolingische?) minuskels, terwijl het origineel zelf in kapitaal-schrift was uitgevoerd, zoals blijkt uit de fouten in de plaatsnamen.

De kaart heeft de vorm van het antieke boek: de papyrusrol. Om de wereld hierop te tekenen was het nodig het kaartbeeld in de richting oostwest uit te rekken en in de richting noord-zuid samen te persen. De smalle beschikbare ruimte leidde tot sterke vertekening; toch zijn hier en daar nog elementen van de veel betere verhoudingen van het origineel bewaard gebleven, bv. in de tekening van Italië, Istrië en Griekenland. De P.k. is niet compleet; het westelijke deel ontbrak al toen de bewaarde copie werd gemaakt. Aan het begin wordt de kaart begrensd door een dikke zwarte lijn. Daardoor zijn Engeland, Spanje en het noordwesten van Afrika bijna geheel verdwenen; verschillende namen aan de rand zijn onvolledig overgenomen, zoals ITANIA voor AQUITANIA. De kaart telt ca. 3300 plaatsnamen; daarbij komen ca. 600 namen van rivieren, meren, bergen, eilanden en zeeën. Zij is dan ook van groot belang voor onze kennis van de antieke geografie en wordt daarin alleen overtroffen door de Geographia van Ptolemaeus. De auteur is niet bekend. Castorius, die door de met de P.k. nauw verwante Anonymus Ravennas als bron wordt genoemd in die delen van zijn Cosmographia waar de overeenkomst met de P.k. meestal opvallend groot is en daarom door K. Miller als de auteur werd beschouwd, is het niet, daar uit de Ravennas blijkt dat Castorius eerder de schrijver van een boek dan de maker van een kaart was.


De bron van de P.k., mogelijk een wereldkaart die de pendant was van de in marmer gegrifte kaart van Rome uit de tijd der Severi, moet veel meer ruimte in de richting noord-zuid hebben gehad dan de kaart nu vertoont. Dat bewijzen de talrijke fouten in de lange plaatsnamen, die oorspronkelijk over twee of drie regels moesten worden verdeeld, omdat er in de richting oost-west minder plaats was; bv. Divo. Durimedio/Matricorum voor Divoduro Mediomatricorum, Baca conervio voor Bagaco Nerviorum. Daar dit verschijnsel zich ook voordoet bij de Anonymus Ravennas, moet het al zijn voorgekomen op de kaart waarop de P.k. en de Ravennas direct of indirect teruggaan. Verhouden lengte en breedte van de P.k. zich nu ongeveer als 1:20, dan zou dat bij het origineel ca. 1:5 kunnen zijn geweest, hetgeen de verhoudingen van het op de kaart voorgestelde deel der aarde, ca. 20-55 NB en ca. 20 WL-120 OL, benadert.

De P.k. is kennelijk een wegenkaart; de wegen worden voorgesteld door rode lijnen, de aan de wegen gelegen plaatsen door allerlei vignetten of door een knik in de weg. De afstanden tussen de plaatsen worden in de gallo-germaanse provincies (met uitzondering van Gallia Narbonensis) in leugae (1 1/2 romeinse mijl, ca. 2200 m), in de rest van het romeinse rijk in romeinse mijlen opgegeven.

In de landen buiten het rijk was de afstandsmaat waarschijnlijk de parasange. Wat precies het doel van de kaart en de betekenis van de verschillende vignetten is, is een onopgelost probleem. De meeste vignetten stellen belangrijke plaatsen voor, maar sommige onbelangrijke plaatsen hebben er een en niet alle belangrijke plaatsen zijn er door gemarkeerd. A. en M. Levi hebben de P.k. verklaard als de kaart bij de cursus publicus; de vignetten zouden de kwaliteit van de hotel-accomodatie ter plaatse aangeven. Dit is echter alleen een verplaatsing van het probleem, aangezien onverklaard blijft, waarom sommige plaatsen wel en andere niet een vignet hebben gekregen.


Lit. Uitgaven: Editio princeps van M. Welser (Antwerpen 1598). Fotografische edities= Angerer/Göschl, Peutineeriana Tabula (Wien 1888). K. Miller, Weltkarte des Castorius genannt die Peutingersche Tafel (Ravensburg 1888). - Id., Itineraria Romana. Römische Reisewege an der Hand der Tabula Peutingeriana dargestellt (Stuttgart 1916 = Rome 1963; enige volledige gedrukte commentanr). - W. Kubitschek (PRE 10, 2126-2144). F. Gisinger (PRE 19, 1405-1412). H. Gross, Zur Entstehwngsgeschichte der Tabula Peutingeriana (Bonn 1913). W. Kubitschek (recensie van Miller en Gross, Göttingische Gelehrte Anzeigen 1917, 1-113). J. Wartena, Inleiding op een uitgave van de Tabula Peutingeriana (Diss. Leiden, Amsterdam 1927). B. Stolte, De Cosmographie van den Anonymus Ravennas (Diss. Amsterdam, Zundert 1949). A. en M. Levi, Itineraria Picta. Contributo allo studio della Tabula Peutingeriana (Rome 1967). [Stolte]



Register