Domnica Augusta

Domnica of Dominica was de dochter van een Petronius, die voor 364 praepositus was van de Martenses seniores, een legioen in het oostelijke leger, en later bevorderd door zijn schoonzoon Valens tot patricius. Hoewel het tijdstip van haar huwelijk met Valens onbekend is, moet het voor zijn verheffing tot Augustus geweest zijn, want in de tijd van de opstand van Procopius, i.e., 365-366, waren Anastasia 2 en Carusa, de dochters van Domnica en Valens, oud genoeg om grammaticaonderwijs te krijgen van Marcianus. Het Chronicon Paschale noemt naast de dochters ook hun jongere broer Galates.

Volgens de orthodoxe traditie, toen Valens was verwikkeld in een theologische controverse tussen Basilius van Caesarea en de Ariaanse Eudoxius, door wie Valens werd gedoopt was op verzoek van Domnica, kreeg de keizerin in Caesarea een aantal droombeelden waardoor zij het idee kreeg dat de ziekte van Galates het gevolg was van de slechte behandeling van Basilius door Valens. Theodoretus (Hist.eccl. 4.12.3-4 en 4.19.8-9), noemt geen dromen, maar maakt zowel Galates als Domnica ziek. Valens ontbood Basilius, die de gezondheid van de jongen afhing van de overgang van Valens naar de orthodoxe kerk. Toen Valens dit afwees, vertrok Basilius met de uitspraak dat de wil van God zou geschieden. Onmiddellijk na zijn doop door de Arianen stierf Galates (Theodoretus,Hist.eccl. 4.19.10). Omdat Galates voor 369 consul was, moet dat gebeurd zijn in 369 of 370.

Na de dood van Valens in Adrianopel (9 augustus 378) verdeelde Domnica de soldij van de soldaten uit de keizerlijke kas onder vrijwilligers die bereid waren de wapens op te nemen om Constantinopel te verdedigen tegen de Goten and bleef aan het bewind tot de benoeming van Theodosius. De omstandigheden en tijd van haar dood zijn onbekend.


Lit. PRE I,265.

Keizers Rome Lijst van Namen