Herodes Antipas


Herodes (Ἡρώδης) Antipas was de zevende zoon van Herodes de Grote, hem geschonken door Malthake uit Samaria. Van 4 vC tot 39 nC was hij tetrarch van Galilea-Perea. Hij was gehuwd met de dochter van de nabateese koning Aretas, die hij verstiet om te kunnen huwen met Herodias. Dit bracht hem in conflict met Johannes de Doper, die hem veroordeeld had wegens het volgens de wet van Mozes verboden huwelijk met een schoonzuster. Op instigatie van Herodias werd Johannes na de dans van Salome onthoofd in Machaerus (Mt 14,1-12, Mc 6,14-29; vgl. ook Lc 3,19v. en 9,7-9). De localisatie van de moord is gegeven door Jos. Ant. 18, 5, 2. Zijn schoonvader Aretas trok wegens de smaad zijn dochter aangedaan tegen hem ten oorlog en versloeg hem in een veldslag, maar met hulp van legioenen uit Syrië wist H. Antipas zich te handhaven. Het oordeel van Jezus over hem is ongunstig (Lc 13,32). In de lijdensgeschiedenis treedt hij op naast Pilatus en volgens Lc 23,7-12 is toen de vijandschap tussen deze mannen in vriendschap verkeerd. Hij genoot de gunst van Tiberius (14-37) en beantwoordde deze door de door hem gestichte stad Tiberias aan het meer van Galilea naar hem te noemen. Met de dood van Tiberius ging het met de macht van H. Antipas bergafwaarts.

Herodes Agrippa, broer van Herodias, stond in de gunst bij Caligula en werd tetrarch over het gebied van Philippus, Iturea en Trachonitis. Deze overtrof H. Antipas weldra in macht en toen de jaloers geworden Herodias haar man dreef om bij Caligula naar een koningschap te dingen, diende H. Agrippa een aanklacht in. Daarop werd H. Antipas in ballingschap gezonden naar Lugdunum in Gallië, waarheen Herodias hem volgde. Daar is hij in 45 nC gestorven. Zijn tetrarchie was inmiddels aan H. Agrippa toegewezen.


Lit. Jos. Ant. 18, 2, 1, 3; 4, 5; 5, 1-3; 7, 1-2. Bell 2, 9, 1, 6. Schürer 1, 431-449. H.W. Hoehner, Herod Antipas (Cambridge 1972).[Beek]

Keizers Rome Lijst van Namen Stamboom