Zoals gewoonlijk werd Rome niet bang. In enkele weken werd door consul
Caius Duilius een grote vloot van 120 schepen gebouwd. Bovendien omdat de Romeinen alleen
gewend waren aan de oorlog op het vasteland, liet Caius Duilius op elk schip een beweegbare brug,
corvus genaamd, zetten.
Toen tijdens het gevecht de schepen zeer dicht bij
elkaar waren, werden
de bruggen geworpen op de vijandige schepen en deze werden zo stevig vastgehouden
dat de Romeinse soldaten erop konden vechten. Zo gebeurde het dat de grote Carthaagse vloot
volledig werd verwoest in de wateren van Milazzo, op de kust van Sicilië.
Daarna gingen de Romeinen aan land in de buurt van Carthago, geleid door
de consul Attilius
Regulus die de Carthagers in de eerste gevechten versloeg, maar later zelf werd
verslagen en gevangen werd genomen.
De oorlog ging door en eindigde met de overwinning van de Romeinen, die niet alleen de
meesters werden van Sicilië, maar na 3 jaar ook van Sardinië en Corsica.
De corvus die draaibaar was, was versterkt met scharnieren: neergelaten op het dek
van het vijandige schip, liet deze de infanterie over de beweegbare brug, voorzien van
sterke ijzeren haken, oversteken naar het schip van de tegenstander.