Door onze kunstredactie (NRC)
AMSTERDAM, 5 JUNI. Een Egyptisch-Frans archeologen
team heeft in de Middellandse Zee bij Alexandrië de resten
gevonden van twee Egyptische steden. De steden werden gebouwd
in de zevende of zesde eeuw voor Christus.
Op de plaats waar sinds 1200 jaar
de huizen, havengebouwen en
tempels van Herakleion en Menouthis
onder water liggen, haalden
duikers onder meer godenbeelden
en sieraden naar boven.
De exacte lokatie van de twee steden
was tot nog toe onbekend. De
archeologen vonden ook sporen
van twee andere deels verzonken
steden, Canopus en Thonis, maar
namen daarvan geen concrete bewijzen
mee.
De vondsten, gedaan na kartefing
met behulp van magnetische
golven, werden zaterdag getoond
op een persconferentje in Alexandrië
door de leider van de opgraving,
de Franse scheepswrakkenspecialist
Franck Goddio. Hij
noemde Hérakleion tegenover de
Associated Press "een intacte
stad, bevroren in de tijd." Het
hoofd van de Egyptische Hoge
Raad voor Oudheden, Gaballa Ali
Gaballa, sprak van de "opwindendste
vondst in de geschiedenis
van de onderwaterarcheologie."
De twee faraonische steden, die
na een stijging van de zeespiegel bij
een aardschok in de vroege Middeleeuwen
verzonken, werden gebouwd
in de zevende of zesde eeuw
voor Christus, ten minste twee
eeuwen vóór de stichting van
Alexandrië in 331. Hun strategische
ligging, aan de westelijke
monding van de Nijl (op zes kilometer
van de huidige kustlijn, in de
baai van Abukir) maakte ze al snel
tot succesvolle handelscentra. Pas
na de economische groei van
Alexandrië, dat de residentie werd
van de Griekse koningen van
Egypte, de Ptolemaeën (323-31
vC), raakte Herakleion in verval.
Klassieke reisschrijvers als Herodotus
en Strabo schreven over de
rijkdom van de inwoners en de
luxueuze tempels voor goden als
Serapis, Isis en Osiris. Onder de
vondsten die Goddio dit weekend
liet zien, zijn een hoofdloos torso
van Isis, de beschermster der zeelieden,
en een bebaarde en bekrulde
Serapis van steen.
Het Middellandse Zee-gebied
ten noorden van Alexandrië is al
jaren een Fundgrube voor spectaculaire
ontdekkingen. In 1999 presenteerde
Goddio de vondst van
een deel van de vloot van Napoleon,
die door admiraal Nelson in de
baai van Abukir werd vernietigd.
Het jaar ervoor toonde hij journalisten
onderwaterbeelden van de
koninklijke paleizen in de haven
van Alexandrië, inclusief resten
van het luxeschip waarop volgens
hem Cleopatra Marcus Antonius
had ontvangen. Goddio's concurrent
in de haven van Alexandrië,
de Franse archeoloog Jean-Yves
Empereur, had eerder al resten van
de antieke vuurtoren (de Pharos)
gevonden, en is bezig met het in
kaart brengen van alle resten van
de standbeelden en bouwwerken
die sinds de tijd van de Ptolemaeïsche
koningen door tectonische
bewegingen en de verschuiving
van de zeespiegel onder water zijn
beland.
Franck Goddio, die zijn carrière
begon met het lichten van een
Spaans galjoen in de Filippijnen, is
een gerespecteerd, maar ook controversieel
archeoloog. Critici, onder
wie Jean-Yves Empereur, beschouwen
hem als een veredelde
schatgraver, die de pers' uitstekend
weet te bespelen, zich vooral richt
op kortlopende projecten, en die
met spectaculaire ensceneringen
van gevonden resten ('Hier ligt
de gouden boot van Cleopatra')
fondsen werft. Goddio is ook betrokken
bij de plannen van de
Egyptische regering om toeristen
naar Alexandrië te krijgen door
van de haven van Alexandrië een
onderwaterpark te maken waarop
gevaren kan worden met boten
met glazen bodems.