DE CRYPTA ROMANA
Bestemd om de benedenstad te verbinden met het gebied rond de haven, doorkruist
de galerij, gemaakt in Augusteïsche
tijd, de akropolis van west
naar oost over een lengte van 180m. Zij hoorde bij de militaire werken
van het gebied van de campi
flegrei, doordat ze, zoals de
zogenaamde grot van Cocceius van Monte Grillo, de directe communicatie verzekerde
tussen de
Portus Iulius en de haven van Cumae.
 |
Cuma, Crypta Romana. Binnenkant. |
Het eerste stuk, bestaande uit een ingangscorridor oorspronkelijk
circa 30m lang (zoals men kan concluderen uit een stut, nog op
zijn plaats, behorende bij de westelijke boog), is voorzien
van een tongewelf,
waarop nog de sporen zichtbaar zijn van de houten geraamte.
Na deze corridor gaat men naar een grote, rechthoekige
vestibule
(circa 26m lang), waarvan het originele plaveisel op een hoger niveau
moet zijn dan het huidige. De linker muur,
in opus
vittatum, laten vier grote nissen in
opus reticulatum zien, bestemd voor
standbeelden, maar ook nuttig om het gewicht
van de muur te ontlasten; de
rechtermuur laat sporen zien van talrijke restauraties. Het gewelf, ingestort
gedurende het beleg
van Narsetes (VIe eeuw), ligt dan de ingang. Het stuk dat
de vestibule verbindt met de echte, eigenlijke galerij, is versterkt
met moderne
muren die twee natuurlijke holtes begrenzen. In
de nabijheid van de ingang werden de werktuigen gebeiteld die
door de
gravers werden gebruikt: pikhouweel, hamer, bijlen en wiggen. Vandaar
gaat men onder de Monte di Cuma verder met een
scherpe bocht naar
de benedenstad.
 |
Cumae, Crypta Romana. Vestibule. |
 |
Cumae, Crypta Romana. De gereedschappen, in de muur gehakt door de
Romeinse gravers. |
De verlichting van de galerij werd verzekerd door een serie open gaten
in het gewelf. In het laatste
stuk aan de rechterkant werden 2 grote cisternen
opgegraven met trappen voor het afgieten van het water: het oppervlak is
in
opus reticulatum opnieuw bekleed met een dichte laag gemalen potscherven tot een
hoogte van 3 meter; vervolgens brachten
twee gaten, vervaardigd in de trappen, deze
in verbinding met de galerij.
In de oud-Christelijke tijd werden langs de muren
van dit stuk
enige tombes opgegraven met een rechthoekige vorm en van verschillende afmetingen. Uit
dezelfde periode dateren
ook de graffiti van eenvoudige kruisen, op enige
punten in de rots nog te zien, die eraan doen deken dat de
Crypta,
evenals
de <<grot van de Sibylle>>, is gebruikt als
catacombe.
De inrichting van de huidige oostelijke ingang van de
Crypta correspondeert
misschien niet met de oude: de slechte staat waarin deze verkeert, en de dichte
vegetatie staan echter geen exacte reconstructie
toe. Nochthans
toonde zij waarschijnlijk een rijke marmeren decoratie,
waarvan de fragmenten gevonden zijn dichtbij de uitgang.
In de Ve eeuw n.C., toen de benedenstad werd verlaten onder de druk
van de barbaren, verloor de crypta de functie van verbindingsgang.
Vervolgens liet, gedurende de oorlog tussen de Grieken en Gothen (VIe eeuw
n.C.), generaal Narsetes, om de stad te veroveren,
een reeks gangen graven
in het gewelf om deze te doen instorten. Van toen af aan begon de
Crypta geleidelijk te verzanden.
Vanuit de
Crypta loopt men langs de oude, Romeinse weg die de galerij
met het Forum verbond. Waarschijnlijk in Augusteïsche
tijd gemaakt, werd
zij omstreeks 95 n.C. gerestaureerd, toen zij verbonden werd met
de
via Domitiana. In het eerste stuk merkt
men aan beide zijden
van de weg twee vierhoekige nissen op in
opus latericium, bestemd voor
standbeelden. Na circa 200m. aan
de linkerkant komt men bij
de Thermen van het Forum.
 |
Standbeeld van Diomedes die het Palladium van Troje roofde; op de basis, de wijding in
het Grieks van C. Claudius Pollio Frugianus. Romeinse copie naar het Griekse origineel
van Cresidas (430 a.C. ca.). Uit de Crypta Romana. Napels, Museo
Archeologico Nazionale. |
 |
Cumae, Crypta Romana. Detail van een Christelijk graffito.
|