Hiram (hebr. ḥīrām: afkorting van ăḥīrām, in 1Kg 5,24v.32 Chirom, in 2Kr 2,2.1 0-13 Churam genoemd, eigennaam van twee Pheniciërs:
(1) Hiram, koning van
Tyrus, tijdgenoot van
David en
Salomo, onderhield vriendschappelijke betrekkingen
met de Israelieten en oefende door zijn leveranties
van bouwmateriaal en kunstenaars grote invloed uit
op de israelitische bouwkunst (2Sm 5,11; 1Kr 14,1;
1Kg 5,15-26; 2Kr 8,17v). Volgens Fl. Jos. (Ant. 8,5,
3; c.Ap. 1,8) die zich daarvoor op phenicische bronnen
beroept, zou H. 34 jaar geregeerd hebben (omstreeks
979-945).
Lit. F. Ch. Fensham, The Treaty between Solomon and Hiram
and the Alalakh Tablets (JBL 79, 1960, 59v).
(2) Hiram, tyrische kunstenaar, ontwierp en vervaardigde
bronzen voorwerpen voor de tempel en het
paleis van Salomo (1Kg 7 ,13-46).
[v. d. Born]