Melchiades [Miltiades ], Afrikaan?, 2 juli 311 - 11 januari 314 ( als heilige vereerd).
Melchiades, die ook bekendstaat onder de naam Miltiades, was bisschop van Rome in de tijd dat keizer Constantijn via het edict van Milaan (3l3) aan de kerk een begunstigde positie gaf. Hoewel het Liber Pontificalis, een verzameling levensbeschrijvingen van pausen die in de zesde eeuw vorm kreeg, hem een Afrikaan noemt, is het waarschijnlijker dat hij een Romein was. Nog voor het edict van Milaan, ook wel het edict van Constantijn genoemd, had keizer Maxentius op 30 april 311 in Nicomedia al een tolerantie-edict afgekondigd en later de teruggave gelast van kerkelijke landerijen en gebouwen die tijdens de vervolging van Diocletianus in beslag waren genomen. Op 28 oktober 312 versloeg keizer Constantijn zijn zwager Maxentius bij de Milvische Brug, waarna hij Rome zelf veroverde.
Het jaar daarop verleenden hij en zijn medekeizer voor het oosten, Licinius,
vrijheid van godsdienst aan iedereen en gaf alle nog geconfisqueerde bezittingen aan
de christenen terug. Ook schonk hij aan Melchiades het paleis van keizerin Fausta,
het Lateraan op de Coeliusheuvel, dat daarna pauselijke residentie werd.
Een incident in Noord-Afrika bepaalde het pontificaat van Melchiades op een
andere manier. Caecilianus werd in 311 tot bisschop van Carthago gewijd. Hij werd
onmiddellijk afgewezen door de preciezen, de aanhangers van de strenge richting, die
zich verzetten tegen het opnieuw toelaten van degenen die hun geloof tijdens de vervolging
in opspraak hadden gebracht. Caecilianus had de meer toegeeflijke benadering
van de vorige bisschop van Carthago gesteund. De preciezen tekenden ook
bezwaar aan tegen degene die Caecilianus tot bisschop had gewijd. Zij beschuldigden
hem ervan tijdens de vervolging heilige boeken te hebben ingeleverd en wijdden een
tegenbisschop, Majorinus, die spoedig werd opgevolgd door Donatus. Vervolgens
deden ze een beroep op keizer Constantijn om in het geschil te bemiddelen. Deze
vroeg op zijn beurt aan Melchiades om de zaak te aanhoren en hem verslag uit te
brengen. Melchiades voegde vijftien Italiaanse bisschoppen toe aan de keizerlijke
commissie, waarin Constantijn oorspronkelijk Melchiades en drie Gallische bisschoppen
had benoemd, en veranderde deze in een synode die werd gehouden in het
Lateraans paleis. Op 3 oktober 313 deed de synode uitspraak ten gunste van Caecilianus.
Donatus werd in de ban gedaan omdat hij had geëist dat leken werden overgedoopt
en priesters die ontrouw waren geweest tijdens de vervolging van Diocletianus
opnieuw werden gewijd. Tegelijk bood Melchiades andere Noord-Afrikaanse bisschoppen
de volledige communio aan en stond hun toe hun bisschopszetel te behouden.
De donatisten waren buitengewoon rancuneus over de uitspraak en begonnen
geruchten te verspreiden over de eigen houding van Melchiades tijdens de vervolging.
Opnieuw deden ze een beroep op Constantijn, die daarop vertegenwoordigers
van alle westelijke provincies bijeenriep voor een concilie in Arles op 1 augustus 314.
Melchiades stierf een aantal maanden voordat het concilie begon. Het is echter
opmerkelijk dat Constantijn door het bijeenroepen van dit concilie de beslissing van
de paus niet als definitief beschouwde en dat noch Melchiades noch zijn opvolger
bezwaar aan tekende tegen de keizerlijke handelwijze.
Melchiades werd ergens in de catacombe van Calixtus aan de Via Appia begraven.
Feestdag: 10 december.