Nazareeër

Nazareeër (bijvorm: Nazarener) is waarschijnlijk de oudste aanduiding van de christenen (Hand 24, 5) en afgeleid van de bijnaam van Jezus. In het Westen is deze naam spoedig verdrongen door 'christen'. Over de joods-christelijke N.s zijn slechts schaarse gegevens overgeleverd, meestal in samenhang met het apocriefe N.-evangelie (Hennecke 1, 90-100). Jezus wordt in het NT dikwijls N. genoemd; Mc heeft uitsluitend Nazarener (verder Lc4,34 en 24,19). In Mt2,23 wordt N. als messiaanse titel genoemd (vgl. Mc 1,24). De bedoeling van Mt 2,23 is onduidelijk. De afleiding van Nazaret is etymologisch moeilijk (vgl. echter Schaeder). Daarom leidt men de naam ofwel af van de OTische Nazireeërs of van de 'scheut' (nes.er) in Js 11,1. Omdat Epiphanius over een voor-christelijke sekte van N.s weet te berichten (Adversus haereses 18; 29,6), menen sommigen (bv. Lidzbarski) dat de afleiding van Nazaret secundair is en dat Jezus oorspronkelijk bij deze groep behoorde .


Lit. Commentaren op Mt 2,23. H. H. Schaeder (ThW 4, 879-884). B. Gärtner, Die rätselhaften Termini Nazaräer und Iskariot (Lund 1957). E. Zolli, Nazaraeus vocabitur (ZNW 49, 1958, 135v). E. Schweizer, 'Er wird Nazaräer heissen' (BZNW 26, 1960, 90-93 = Neotestamentica, Zürich/Stuttgart 1963, 5155). F. Mussner, Ein Wortspiel in Mk1,24? (BZ 4, 1960, 285v). J. A. Sanders, Ναζωραῖος in Mt2,23 (JBL 84, 1965, 169-172). [Bouwman]


Afkortingen Lijst van Namen