Arvad (hebreeuws 'arwād; grieks Ἄραδος), phenicische
stad op een gelijknamig eiland tegenover de
syrische kust tussen Tripolis en
Ladikije (Laodicea), in egyptische
en assyrische teksten genoemd, reeds in de 14e
eeuw vC een bloeiende handelsstad (Ez 27,8.11: beroemde
zeelieden en dappere soldaten). De A.ieten
waren volgens Gn 10,18 = 1Kr 1,16 Kanaänieten.
Ook in de grieks-romeinse tijd was A. nog altijd een
belangrijke handelsstad; er woonde toen een joodse
gemeenschap aan wie de romeinse consul Lucius de
inhoud van een romeins-joods vriendschapsverdrag
mededeelde (IM 15,23). Nu Ruad.
Lit. E. Unger (RLA 162).
[v. d. Born]