Azië betekent in de bijbel:
(1) Het rijk der Seleuciden dat na de slag bij Issus van de Hellespont tot de Indus en Iaxartes reikte, dus ook Klein- en Voor-Azië omvatte; deze betekenis bleef ook bestaan nadat Antiochus III na de slag bij Magnesia het eigenlijke Klein-Azië aan de Romeinen had moeten afstaan (1M 8,6; 11,13; 13,23; 2M 3,3).
(2) De romeinse provincie Asia proconsularis, in 133 vC uit het toenmalige rijk van de koning van Pergamum gevormd (Hand passim; Rom 16,5; 1Kor 16,19; 2Kor 1,8; 2Tim 1,15; 1Pt 1,1; Openb 1,4.11).
(3) Deze provincie met uitsluiting van Phrygië, dus
de kuststreek van (2) in Act 2,9.
Als Aziaten worden genoemd: Tychicus en Trophimus.
[v. d. Born]