Baleares of Baliares (insulae), ook nu nog zo geheten
eilandengroep voor de oostkust van Spanje,
door de Grieken Γυμνησίαι genoemd.
Voor de beide hoofdeilanden, die ca. 180
km ten zuiden van Barcelona liggen, waren verschillende
namen in gebruik; de Romeinen noemden ze
aanvankelijk Insula maior en Insula minor;
de namen Maiorica (Mallorca) en Minorica (Menorca)
komen pas sinds de 3e eeuw nC voor. Tussen
Maiorica en het spaanse vasteland liggen de Pityusae
(insulae), die tot dezelfde geologische formatie
behoren als de Balerares en waarvan de grootste eilanden
oudtijds Ebusus en Ophiusa heetten (thans resp.
Ebiza en Formentera).
De Baleares werden ca. 600 vC door de
Carthagers gekoloniseerd.
In 123 vC bezetten de Romeinen onder
aanvoering van Quintus Caecilius Metellus 'Balearicus'
de archipel en stichtten op het grootste eiland
de steden Palma en Pollentia (thans Alcudia). Bestuurlijk
hoorden de Baleares tot de provincie Hispania
citerior, later Tarraconensis; sinds
Diocletianus
vormden ze een afzonderlijke provincie van de dioecesis
Hispania. De eilanden exporteerden in de romeinse
tijd vooral wijn, graan en olijven; vele van
de bewoners, die bekend stonden als voortreffelijke
slingeraars, deden als zodanig dienst in de romeinse
legers.
In archeologisch opzicht zijn de prehistorische resten
op de Baleares - torenwoningen (talayots) en grafmonumenten
die aan schepen doen denken (navetas) interessanter
dan de betrekkelijk schaarse overblijfselen
uit de historische periode.
Lit. E. Hübner (PRE 2, 2823-2827). [Nuchelmans]