Calymna (Κάλυμνα), eiland behorend tot de Sporaden ten noorden van Cos,
tegenwoordig Kalymnos. Homerus, Herodotus en Strabo noemen
het eiland. De oudste vondsten stammen uit het Neolithicum. In het noorden
is bij Emporios een myceens koepelgraf gevonden. Op C. vestigden zich eerst
Cariërs, later gevolgd door Doriërs uit Epidaurus. Wetten en
instellingen waren Dorisch. Er schijnt geen polis geweest te zijn. Bij
Chorio zijn muurresten uit de klassieke en hellenistische tijd gevonden. Daar
lag de tempel van de Delische Apollo, waaroverheen in de 6e eeuw nC de
basilica Christus van Jeruzalem werd gebouwd. In het Apolloheiligdom
werden athletische en muzische spelen (Dalia) gehouden. Een cultusbeeld
van Asclepius, dat bij de kerk Hagia Sophia gevonden is, wijst op een
heiligdom van Asclepius, die op het dichtbijzijnde eiland Cos zijn
hoofdcultus bezit. C. was sinds 546 vC onder Perzische heerschappij, maar
was in de 5e en 4e eeuw lid van de Attische Zeebonden. Uit de tijd van
Mausollus stammen de vestingwerken bij Kastri ten noorden van Emporios.
Einde 3e eeuw vC behoorde C. bij Cos. In de hellenistische en romeinse
tijd lag in het vruchtbare Vathysdal een uitgestrekte nederzetting.
Lit. L. Bürchner (PRE 10, 1768 evv.). C.E.Bean, J.M.Cook, The Carian
coast III (ABSA 52, 1957, 127evv.).