Compsa, stad van de Hirpini, bij de bronnen van de Aufidus,
tegenwoordig Conza di Campania. De stad viel tijdens de 2e punische oorlog in 216 vC in carthaagse handen,
maar werd twee jaar later door de Romeinen heroverd. In de Bongenotenoorlog stond c. aan de zijde van de Romeinen (Vell. 2, 16). Milo stierf hier.
C. werd municipium van de tribus Galeria van de Regio II.
Er stond volgens Livius (24,44,8) een templum Iovis Vicilini; ook werd de Mater Deum vereerd (CIL IX, 963-993). Het werd in de christelijke tijd een bisschopszetel. De stadsmuren zijn door Karel de Grote verwoest, aardbevingen vernietigden de overige monumenten. De resten van het oude Compsa (o.a. de cathedraal) worden 1,2 km ten noordwesten van Conza di Campania sinds 1980 opgegraven.