Hamadan, stad in Iran, gelegen aan een van de belangrijkste
oude handelswegen (150.000 inwoners).
Ze bedekt ongeveer de oude stad Ecbatana in het
oude Opper-Medië. Volgens de legende werd H. gesticht
door de mythische koning Djamsjid. In de
achemenidische inscripties wordt de stad vermeld
als Hagmatäna, wat door de Grieken omgevormd
werd tot Agbatana of Ecbatana. Door de Meden tot
hoofdstad verheven, werd Ecbatana een belangrijk
handelscentrum. Herodotus (1,98v) bericht dat het
paleis van Dejokes aldaar door zeven muren
werd omringd, waarvan de kantelen geschilderd
waren in zeven kleuren. Ecbatana viel rond 560 vC
in handen van Cyrus, de stichter van de
achemenidische dynastie; vanaf Darius de
Grote werd de stad een koninklijke zomerresidentie.
In 331 vC werd de stad door Alexander de Grote veroverd. Nadien behoorde Ecbatana korte tijd tot het rijk der Seleuciden, maar het werd spoedig door de Parthen veroverd, die er een van hun hoofdsteden van maakten. Onder de Sassaniden kende de stad, steeds als zomerresidentie, nog een grote bloeiperiode.
Vermeldingen in de bijbel: Jdt 1,1-3 (stichting door koning Arphaxad); Tob 3,7; 6,7 (reis van Tobit); 2M 9,3 (perzische veldtocht van Antiochus IV Epiphanes); Ezr 6,2 (in verband met de bouw van de tempel te Jeruzalem).
Te H. is nog een mausoleum te zien dat de traditie
aan de bijbelse Esther en haar oom Mardocheus
toeschrijft (Zie Ecbatana). Waarschijnlijk is het in werkelijkheid
het graf van de joodse echtgenote van de sassanidische
koning Yezdigerd I (394-421), die de vorming
van een joodse kolonie te Ecbatana steunde. Daar
de oude stad onder het moderne H. begraven ligt,
zijn opgravingen onmogelijk. Wel komen geregeld
belangrijke voorwerpen aan het licht, zoals gouden
en zilveren pronkstukken en gouden oorkonden met
opschriften.
Lit. L. Vanden Berghe, Archéologie de l'Iran Ancien (Leiden
1966) 108-110, pl. 135-137. [Vanden Berghe]