Populonia (Ποπλώνιον), etruskische stad op de tyrreense kust,
tegenover het eiland Elba; de etruskische naam
Pupluna of Fufluna komt voor op munten. Volgens
Servius (Aeneis-commentaar 10, 172) zou P. gesticht
zijn door corsicaanse emigranten of door inwoners
van Volaterrae. De archeologische vondsten
weerspreken dit echter; de vroegste begraafplaatsen
te P. behoren onmiskenbaar tot de
Villanova-kultuur.
Verder blijken de necropolen te P.
ouder dan die te Volaterrae; ook het grafmeubilair
van beide plaatsen is verschillend. P. bestond uit
twee stadsgedeelten: de op de heuvel gelegen etruskische
stad, die reeds in de 1e eeuw vC verlaten
was, en het havenkwartier, waar oorspronkelijk de
etruskische necropolen lagen (San Cerbone en Poggio
del Granate), doch dat vanaf de 4e eeuw vC
door de industriezone werd ingenomen.
P. exploiteerde vanaf de 8e eeuw vC de nabijgelegen
kopermijnen en voerde op basis hiervan handel
met andere etruskische steden, Griekenland en
het Nabije Oosten. Van deze handelsactiviteiten
getuigen de rijke grafgaven uit de 7e en 6e eeuw
vC, waaronder vele importartikelen. Vanaf ca. 400
werd ijzererts van het eiland Elba (Ilva) te P. bewerkt; de
smeltovens lagen geconcentreerd rondom de haven,
waar ook de romeinse stad ontstond (thans Porto
Baratti). P. bleef welvarend tot in de 1e eeuw,
langer dan de meeste etruskische steden. In 282 vC
werd de stad belegerd door de Galliërs, in 80 vC
bood zij weerstand aan de troepen van
Sulla. In de
1e eeuw nC verloor P. aan betekenis door de opkomst
van andere centra voor ijzerwinning (o.a. in
Karinthië).
Van het etruskische P. op de heuvel zijn slechts de
stadsmuren gedeeltelijk bewaard; van de romeinse
stad bij de haven resten nog de thermen, mozaïeken
en opslagplaatsen. Vooral de etruskische necropolen
zijn van belang; de rijke grafgaven bevinden
zich thans in het archeologisch museum te Florence.
Lit. G. Radke (PRE 22, 91-100). P. Bocci (EAA 6, 378-380). A. de Agostino, P. La città e la necropoli (Rome 1965). L. Banti, Etruscan Cities and their Culture (London 1973) 140-146. F. BoltanilM. Cataldi/M. Pasquinucci, Les cités étrusques (Paris/Bruxelles 1975) 93-100. [Verhaeghe-Pikhaus]