Rusellae, etruskische stad nabij de benedenloop van
de Ombrone (de antieke Umbro), ten noorden van
het tegenwoordige Grosseto, in de oudheid gelegen
op de oever van de lacus Prelius, de huidige vlakte
tussen Grosseto en Castiglione; thans Roselle.
R. maakte deel uit van de etruskische
twaalfstedenbond en wordt vermeld als bondgenoot
van de Latini tegen
Tarquinius Priscus, de vijfde
koning van Rome. In 294 vC werd de stad na langdurig
verzet door Rome veroverd, dat er later een
kolonie vestigde. In de keizertijd was R. zonder
betekenis; in het begin van de 5e eeuw was het
volgens Rutilius Namatianus
(De reditu suo 1, 220) gedeeltelijk onbewoond.
Opgravingen (1942 en 1957vv) hebben sporen van
bewoning uit de late Villanova-periode (begin 7e
eeuw vC) aan het licht gebracht, doch vooral resten
van het etruskische R.: de 3 km lange, van vijf
poorten voorziene stadsmuren (6e eeuw vC) en
verscheidene gebouwen in de binnenstad (6e tot 4e
eeuw vC). Haar maximale omvang bereikt de stad
in de hellenistische periode. Van het romeinse R.
zijn resten over van het amfitheater, een basilica op
het forum en thermen.
Lit. C. Laviosa (EAA 6, 1026-1029). - R. Naumann/F. Hiller, R. (Mitteilungen des Deutschen Archäologischen instituts, Römische Abteilung 66, 1959, 1-39). C. Laviosa, R. Relazione preliminaria della settima e della ottava campagna di scavi (Studi Etruschi 37, 1969, 577-609). C. Laviosa/P. Bocci Pacini/ D. Canocchi, R. (ib. 39, 1971, 521-566). F. Boltani/M. Cataldi/M. Pasquinucci, Les cités étrusques (Paris/Bruxelles 1975) [Verhaeghe-Pikhaus]