Terqa

kaartTerqa, oude stad in Mesopotamië, waarop het hedendaagse stadje 'Ashāra gebouwd is, gelegen aan de middenloop van de Eufraat. De halfcirkelvormige tell van 300 x 400 x 18 m bevat waarschijnlijk nog maar de helft van de oude nederzetting; de rest is door de rivier afgekalfd. Nadat al eerder een aantal schriftvondsten gedaan waren, waaronder bouwoorkonden van Šamši-Adad en Zimrilim, begon de University of California hier in 1976 te graven.

De oudste gevonden stadsmuur, uit ca. 3000 vC, was 5 m breed en waarschijnlijk al voorzien van een glacis van rotsblokken en een gracht. Nadat deze muur was afgebroken, diende hij ca. 2900 vC als fundament voor de tweede stadsmuur, die ook weer met een glacis was bekleed en waar torens tegenaan werden gebouwd. Ca. 2800 vC werd er een 10 m brede en tenminste 6 m hoge schil van kleitichels op steen aan toegevoegd. Ca. 2600 vC werd langs de buitenkant een weergang tussen twee courtines aangelegd; ook de buitenste courtine was van torens voorzien. Tegen de binnenkant van de stadsmuur werden een pottenbakkers(?)oven en verschillende kleinere ovens gebouwd. Nadat deze in onbruik waren geraakt, werden schachtgraven van 2 x 2 x 1 m uitgediept, waarin ca. 2400 vC dames met haar snuisterijen werden bijgezet.

In de periode tussen 2400 en 1700 vC vonden alleen plaatselijke herstelwerkzaamheden plaats. Omstreeks 1700 vC ondernam men een totale herbouw van de stadsmuur, nog altijd op de oude grondvesten.

Dichter bij het centrum zijn ter weerszijden van een straat verbrande woonhuizen aangesneden, die nog tot 2 m hoogte overeind stonden. Eén voorraadskamer bevatte 76 aardewerken potten en stenen werktuigen. Een andere kamer bevatte een archief met 174 kleitabletten uit de tijd der koningen van Hana (ca. 1750-1650 vC). In de bouwvallen waren in de 16e eeuw vC kinderen en volwassenen bijgezet in kruiken, die soms 1,35 m maten en met asfaltverf waren gemerkt, de kinderen vergezeld van speelgoed op kleiwieltjes.

Onlangs is in deze buurt uit dezelfde tijd een tempel gevonden. Net als alle andere bouwwerken in T. was ook dit gebouw uit kleitichels opgebouwd. Het omvatte een ceremonieel gedeelte en enkele dienstruimten. Tot het ceremoniële gedeelte behoorde een vestibule, een grote zaal met banken langs de muren en een haard in het midden en tenslotte het allerheiligste met een altaar, geflankeerd door een kleine sacristie. De bijzondere functie van deze tempel kwam tot uiting in de versiering van de muren, die op regelmatige afstanden van halfzuilen voorzien waren. In het allerheiligste zijn meer dan 6000 kralen uit kostbare steensoorten en een hondebeeldje gevonden. Dit beeldje duidt er - samen met andere aanwijzingen - op dat we hier te doen hebben met een tempel van de godin Ninkarrak, die een hond als symbooldier heeft. We kennen deze godin uit de codex van Hammurapi en uit andere mesopotamische teksten, waarin aan Ninkarrak genezende krachten toegeschreven worden. De Ninkarrak-tempel werd twee keer op dezelfde plaats herbouwd en et ziet er naar uit dat zich onder de nu opgegraven tempel nog oudere voorlopers bevinden.


Lit. G. Buccellati/M. Buccellati e.a. (Syro-Mesopotamian Studies 1, 1977, 71-236; 2, 1978-1979, 95-180; 1979-1980, 35-96, 169-200; Bibliotheca Mesopotamica 10, 1979, 1-87). [van Loon]


Kaart