Trapezus (Τραπεζοῦς), de meest oostelijke stad op
de zuidkust van de Zwarte Zee,
thans Trabzon geheten.
T. werd in de 7e eeuw vC als
griekse kolonie gesticht door het ca. 400 km ten
westen ervan gelegen Sinope, dat zelf een stichting
van Milete was. T. was de eerste griekse stad die
10.000 griekse huurlingen onder leiding van
Xenophon
(Anabasis 5,5) bereikten na hun barre
tocht door het armeense bergland (400 vC).
Mithridates VI
lijfde de stad in het begin van de 1e eeuw
vC in bij zijn pontische rijk. Nadat
Pontus in 63 nC
bij de romeinse provincie Galatia gevoegd was,
werd de civitas libera T. de basis van de romeinse
classis Pontica; door zijn ligging dicht bij de Eufraatgrens
was het ook als bevoorradingshaven in de oorlogen
tegen de Parthen en de Perzen belangrijk. Ca.
257 nC werd de stad door de Goten geplunderd.
Daarvan herstelde zij zich slechts langzaam. Pas in
de byzantijnse periode werd zij een bloeiend handelscentrum.
In de middeleeuwen was zij de hoofdstad
van het Rijk van Trebizonde (1204-1461).
T. lag op een hoge rug tussen twee ravijnen, een
aan de oost- en een aan de westzijde. Van de antieke
stad zijn slechts schaarse resten over, o.a. de
hellenistische fundamenten van de stadsmuren en
stukken van twee havendammen uit de tijd van
Hadrianus,
die de haven aanzienlijk verbeterde. Op de Peutinger kaart (foto rechts: middenonder) wordt T. Trapezunte genoemd.
Lit. W. Ruge (PRE 6A, 2214-2221). - E. Janssens, Trébizonde en Colchide (Bruxelles 1969). [Nuchelmans]