Vangiones, germaanse stam, die in het begin van de
1e eeuw vC ten oosten van de Rijn woonde, misschien
in de Wetterau en omgeving. In hoeverre zij
deel uitmaakten van het grote volk der Sueben,
is niet duidelijk; volgens sommigen waren zij geen
Germanen, maar Kelten. De V. trokken ca. 71 vC
in het kielzog van de door de Sueben-vorst
Ariovistus
aangevoerde volksverhuizing Gallië binnen.
Ondanks de zware nederlaag die Ariovistus en de
zijnen in 58 vC tegen de romeinse veldheer
Caesar
leden, ontvingen de V. van Caesar of een latere
romeinse stadhouder toestemming om zich blijvend
ten westen van de Rijn te vestigen, in het vruchtbare
gebied dat ongeveer beantwoordde aan het huidige
district Rheinhessen. De hoofdstad
van de civitas Vangionum, die tot Germania superior,
later tot Germania prima behoorde, werd Borbetomagus,
het tegenwoordige Worms.
Andere belangrijke nederzettingen van de V. waren
Bingium (Bingen), Vicus Altiaiensium (Alzey),
Buconica (Nierstein) en Cruciniacum (Bad Kreuznach).
Het legioenskamp en de stad Mogontiacum
(Mainz)-behoorden tot het gebied waar V.
woonden, maar hadden een bijzondere status; sinds
de 2e of 3e eeuw nC vormde Mogontiacum een
afzonderlijke civitas. In 69 nC sloten de V. zich bij de
opstand van Iulius Civilis
aan, maar na korte tijd
keerden zij zich ervan af.
Lit. H. Bannert (PRE Suppl. 15, 1978, 654-662). - G. Behrens, Denkmaler des Wangionengebietes (Germanische Denkmäler der Frühzeit 1, Frankfurt a.M. 1923). L. Schmidt, Geschichte der deutschen Stamme bis zum Ausgang der Völkenwanderung. Die Westgermanen 1² (München 1938) 131-142. [Nuchelmans]