Vocontii, belangrijke gallische volksstam, waarvan
het woongebied zich uitstrekte ten oosten van de
Rhône (Rhodanus), tussen de Durance en de Isère. Hun
noordelijke buren waren de Allobrogen,
in het zuiden grensden ze aan de Salluvii.
De V. worden het eerst vermeld naar aanleiding van
Hannibals
tocht over de Alpen; de carthaagse
veldheer trok in het najaar van 218 vC door hun
gebied (Livius 21, 31) op zijn weg naar Italië. In 125
en 124 vC werden ze door de consuls
Fulvius
Flaccus en
Sextius Calvinus
aan het romeinse gezag onderworpen, in 121 vC bij de provincie
Gallia Narbonensis ingedeeld. Door toedoen van
Pompeius
of Caesar
sloten ze in de 1e eeuw vC een verbond
met Rome. De V., die in de 1e eeuw nC hun
gebied aanzienlijk wisten uit te breiden ten koste
van hun nabuurstammen, hadden twee hoofdsteden,
het administratieve centrum Vasio (Vaison-la-Romaine)
en het godsdienstig centrum Dea Augusta
Vocontiorum (Die). Talrijke oppida en vici getuigen
van de welvaart van de Civitas Vocontiorum, die in
de bergen aan veeteelt en export van hout en steen,
in de dalen aan land- en wijnbouw te danken was.
Lit. H. Rolland (PRE 9A, 704-716). [Nuchelmans]