Vulci



Vulci (ouder Volci), etruskische stad, gelegen op
een hoog plateau op de rechter oever van de Armenta
(thans Fiora) ca. 12
km van de monding in de
Tyrrheense Zee en ca. 100 km ten noordwesten van
Rome. V. was reeds in de 8e eeuw
vC een belangrijk centrum van de
Villanova-cultuur.
Van de 7e tot de 4e eeuw vC was het een van
de rijkste leden van de etruskische dodecapolis. In
de 4e eeuw
werd de stad omgeven door een muur
van tufsteen, die voor een deel teruggevonden is. V.
werd door de Romeinen onderworpen ca.
280 vC;
dezen stichtten 20 km ten westen van V. in 273 vC
de kolonie
Cosa (Vulcientium). Sindsdien verloor
de stad snel aan betekenis;
in de 8e eeuw was zij
geheel verlaten.

De opgravingen van V. vormen een lange serie van
afwisselend systematische, min of meer deskundige
onderzoekingen en plunderingen
door amateurs en
rovers. De belangrijkste vondsten zijn de duizenden
graven en grafkamers met bijzonder rijke grafgiften,
die
via de handel in tientallen europese musea
terechtgekomen zijn. De mooiste exemplaren van de
klassieke attische ceramiek komen
uit vulcische
necropolen. Ook de edelsmeedkunst is van zeer hoge
kwaliteit, evenals de in vele grafkamers aangetroffen
fresco's;
de beroemdste, met mythologische taferelen,
komen uit de in 1857 geopende Tomba
François (5e en 4e eeuw vC). In de Tomba di
Iside
werd een 90 cm hoog kalkstenen vrouwenbeeld uit
ca. 600 vC gevonden (thans in het British Museum).
Lit. G. Radke (PRE 9A, 759v). M. Torelli (EAA 7, 1208-1214). Id.
(Princeton Encyclopedia of Classical Sites, Princeton 1976, 991).
F. Messerschmidt/A. von Gerkan/K. Ronczewski, Nekropolen von
V. (Berlin 1930). R. Bartoccini, V. Storia, scavi, rinvenimenti
(Rome 1960). A. Hus, V. étrusque et étrusco-romaine (Paris 1971). F.
Boitani/M. Cataldi/M. Pasquinucci, Le città etrusche (Milaan 1973)
217-225. S. Steingraber, Etrurien. Städte, Heiligtümer, Nekropolen
(München 1981) 183-203. [Nuchelmans]