Vertaling van Deponentia
| NORMAAL WW. | DEPONENS |
| Passief | Passief | Passief | Actief! |
| Ind.Praesens | vocatur | hij wordt geroepen | hortatur | hij spoort aan |
| Coni.Praes. | vocetur | laat hij geroepen worden | hortetur | laat hij aansporen |
| Ind.Imperf. | vocabatur | hij werd geroepen | hortabatur | hij spoorde aan |
| Coni.Imperf. | vocaretur | hij zou worden geroepen | hortaretur | hij zou aansporen |
| Ind.Futurum | vocabitur | hij zal worden geroepen | hortabitur | hij zal aansporen |
| Ind.Perf. | vocatus est | hij is geroepen | hortatus est | hij heeft aangespoord |
| Coni.Perf. | vocatus sit | hij is geroepen | hortatus sit | hij heeft aangespoord |
| Ind.Plpf. | vocatus erat | hij was geroepen | hortatus erat | hij had aangespoord |
| Coni.Plpf. | vocatus esset | hij zou zijn geroepen | hortatus esset | hij zou hebben aangespoord |
| Ind.Fut.Ex. | vocatus erit | hij zal geroepen zijn | hortatus erit | hij zal aangespoord hebben |
Conclusie: in alle vervoegde vormen moeten Deponentia (die een passieve vorm hebben) actief
vertaald worden.
Dit geldt ook voor infinitivi, imperativi, gerundia: hortari = aansporen, hortare = spoor aan,
hortandi = van het aansporen
| NORMAAL WW. | DEPONENS |
| Passief | Passief | Passief | Actief! |
| Part.Perf.Pass. | vocatus | geroepen zijnde | hortatus | aangespoord hebbende |
| Part.Fut.Act. | vocaturus | zullende roepen | hortaturus | zullende aansporen |
Conclusie:
bij een deponens moeten alle participia ook actief vertaald worden.
Maar de part.perfectum pass. veritus, ratus en usus moeten met een praesens vertaald worden:
vrezende, menende, gebruikende.
De enige vorm die bij een deponens passief vertaald moet worden, is het predicatief en attributief gerundivum:
hortandus est = hij moet worden aangespoord
laudanda virtute = met moed die geprezen moet worden, met prijzenswaardige moed