Gerundium en Gerundivum

A. GERUNDIUM

Vorm: stam + -nd- + naamvalsuitgangen van bellum (2e declinatie) bv. voca - nd - i

Bij werkwoorden van de 3e t/m 5e coniugatie komt voor -nd- een bindvocaal -e-: vinc - e - nd - i

Het gerundium is te beschouwen als een verbogen infinitivus en kan dus alleen in het onzijdig enkelvoud voorkomen. Vgl. in het Nederlands: het lezen van boeken

De vormen zijn:

nom.ontbreekt(hiervoor wordt de inf.Praes. gebruikt)
gen.voca -nd- ivan het roepen
dat.voca -nd- ovoor -, tot het roepen (nooit: aan het roepen!)
acc.ad voca -nd- umom te roepen (zonder voorzetsel: de inf. Praes.)
abl.voca -nd- odoor het roepen, door te roepen

Bij een gerundium kan een lijdend voorwerp staan (Het hoeft niet, tenzij het ww. het eist!).

bv. patrem vocando = door vader te roepen

ad matrem vocandum = om moeder te roepen (Let op: het gerundium blijft in dezelfde vorm of er nu een lijdend voorwerp van afhangt of niet!)

NB. Bij sommige werkwoorden komt geen acc. maar een abl. bv. bij uti (gebruiken)

utendo materia = door het materiaal te gebruiken

B. GERUNDIVUM

Vorm: stam + -nd- + naamvalsuitgangen van mensa, hortus en bellum (1e/2e declinatie) bv. voca - nd - us

Bij werkwoorden van de 3e t/m 5e coniugatie komt voor -nd- een bindvocaal -e-: vinc - e - nd - i

Het is in principe een soort deelwoord: het kan dus niet zelfstandig optreden, het hangt altijd af van een zelfst.nw. of persoonlijk voornaamwoord (of een dergelijk woord).

Er zijn 4 mogelijkheden ( in volgorde van belangrijkheid) bij het vertalen:

1. Predicatief Gerundivum


(soort naamwoordelijk deel van het gezegde)

a. Dit komt alleen in nominativus of accusativus voor.

b. Dit komt altijd in combinatie met het hulpww. esse voor. (In een A.c.I kan door de Romeinen helaas esse weggelaten worden)

c. Het moet vertaald worden met: moeten worden + voltooid deelwoord.

Nominativus

Accusativus
(alleen in de Accusativus cum Infinitivo)

NB. De handelende persoon staat in de dativus auctoris:

dixit matrem eis vocandam esse = hij zei dat moeder door hen geroepen moest worden

2. Gerundivumconstructie

a. Deze komt alleen in de gen., dat. abl. voor en in de acc. met het voorzetsel ad of in.

b. Deze moet vertaald worden met een infinitivus.

Genitivus

Dativus


Accusativus


Ablativus


3. Aanvullingsgerundivum


a. Dit komt alleen voor in de nominativus en de accusativus.
b. Het moet met een infinitief vertaald worden.
c. Dit komt alleen voor in afhankelijkheid van de volgende werkwoorden:

accipere =aannemenpermittere =toestaan, overlaten
committere =toevertrouwenrelinquere =achter-, overlaten
curare =zorgen, latensuscipere =op zich nemen
dare =geventradere =overgeven, overleveren

Pontem in Arari faciendum curat = Hij zorgt voor het maken van een brug over de Arar, hij laat een brug bouwen over de Arar.

Castra legato relicta sunt custodienda = Aan de onderbevelhebber werd de bewaking van het kamp overgelaten

4. Attributief Gerundivum


a. Dit kan in alle naamvallen voorkomen.

b. Het is als een bijvoeglijk naamwoord aan een zelfstandig naamwoord gekoppeld (Soms wordt dit echter weggelaten: vooral in het onzijdig meervoud).

c. Het moet vertaald worden met: moeten worden + voltooid deelwoord (of een soortgelijke vertaling).


Grammaticaoverzicht