De Oratio Obliqua
Als men iemands woorden letterlijk aanhaalt zoals ze zijn gesproken, noemt men dit de oratio recta, de directe rede.
In de oratio obliqua, de indirecte rede, worden iemands woorden niet rechtstreeks weergegeven, maar afhankelijk gemaakt van een werkwoord van zeggen.
Hieronder volgt een deel van de redevoering die de Carthaagse bevelhebber Hannibal hield tegen Scipio, de Romeinse commandant, kort voordat Hannibal een beslissende nederlaag zou lijden.
Links staat de oratio recta, rechts de oratio obliqua.
| Hannibal dixit: | Hannibal dixit |
| "Ego saepissime iam in manibus victoriam habui; | se saepissime iam in manibus victoriam habuisse; |
| nunc autem ad pacem petendam veni. | nunc autem se ad pacem petendam venisse. |
| Tu, Scipio, bello finem imponere potes. | Scipionem bello finem imponere posse. |
| Itaque bello finem impone! | itaque bello finem imponeret! |
| Quare Romani et Carthaginienses non in bona pace vivunt? | quare Romani et Carthaginienses non cum bona pace viverent? |
| Optimum dei, qui omnia regunt, statuerunt, ut Romani Italiae, Carthaginienses Africae imperio contenti essent." | optimum deos, qui omnia regerent, statuisse, ut Romani Italiae, Carthaginienses Africae imperio contenti essent. |
Wanneer we de oratio recta vergelijken met de oratio obliqua,
kunnen we de volgende verschijnselen vaststellen:
- een hoofdzin wordt accusativus cum infinitivo;
- een imperativus wordt een coniunctivus;
- alle bijzinnen komen in de coniunctivus te staan;
- de eerste en de tweede persoon wordt vervangen door de derde.
Voor het vertalen van een oratio obliqua staan twee wegen open:
1. De volledig afhankelijke methode:
Hannibal zei, dat hij al heel vaak de overwinning in handen had gehad;
maar dat hij nu gekomen was om vrede te vragen.
Dat Scipio een einde kon maken aan de oorlog.
Dat hij dus een einde moest maken aan de oorlog.
Waarom de Romeinen en de Carthagers niet in pais en vree konden leven?
Dat de goden, die alles bestuurden, het zeer goed hadden vastgesteld,
dat de Romeinen tevreden moesten zijn met de macht in Italië,
de Carthagers met die in Afrika.
2. De halfdirecte methode:
Hannibal zei, dat hij al heel vaak de overwinning in handen had gehad;
nu echter was hij gekomen om vrede te vragen.
Scipio kon een einde maken aan de oorlog.
Hij moest dus een einde maken aan de oorlog!
Waarom konden de Romeinen en de Carthagers niet in pais en vree leven?
De goden, die alles bestuurden, hadden het zeer goed vastgesteld,
dat de Romeinen tevreden moesten zijn met de macht in Italië,
de Carthagers met die in Afrika.
Wanneer de oratio obliqua wat langer is, is de tweede methode verreweg het beste.
[J.Jagers]