Het voegwoord cum kan zowel met de indicativus als met de coniunctivus worden verbonden.
Wanneer cum met de indicativus is verbonden betekent het meestal 'wanneer'.
Cum Romani aggrediebantur, semper repellebantur.
Wanneer de Romeinen aanvielen werden ze steeds teruggeslagen.
Verres cum rosam viderat, tunc incipere ver existimabat.
Wanneer Verres een roos zag, dan dacht hij dat de lente begon.
Een enkele keer betekent het 'toen'; een bijzonder geval is het zogenaamde cum inversum, waarbij de belangrijkste gebeurtenis in de bijzin wordt verteld.
Tum, cum Sicilia florebat, ibi magna artificia fuerunt.
In die tijd, toen het met Sicilië uitstekend ging, waren daar grote kunstwerken.
Dies nondum decem intercesserant, cum alter eius filius necatur.
Er waren nog geen tien dagen verstreken, toen zijn andere zoon werd gedood.
Wanneer cum met de coniunctivus is verbonden, kan het drie betekenissen hebben: toen, omdat, hoewel
Wanneer het 'toen' betekent, staat er steeds een coniunctivus imperfecti of plusquamperfecti bij.
Salvius cum de fuga Dumnorigis cognovisset, vehementer saeviebat.
Toen Salvius had gehoord van de vlucht van Dumnorix,
ging hij als een razende te keer.
Cum hospes sit, eum non vituperavi.
Omdat hij een gast is, heb ik hem niet de huid vol gescholden.
cum invitatus non esset, tres apud me menses mansit.
Ofschoon hij niet was uitgenodigd, bleef hij drie maanden bij mij.
Opmerkingen:
Wanneer cum de betekenis 'toen' heeft, staat er gewoonlijk de coniunctivus achter; alleen als er niets anders wordt bedoeld dan een tijdsbepaling gebruikt het Latijn de indicativus.
Prent de combinatie cum ... tum (zowel ... als, niet alleen ... maar ook) goed in je geheugen; de moeilijkheid is hier niet het leren van de betekenis, maar het herkennen van de uitdrukking in een tekst.
NB. Vergeet niet dat cum ook nog een met de ablativus verbonden
voorzetsel is!
Ook het voegwoord ut kan zowel met de indicativus als met de coniunctivus worden verbonden; het betekenisverschil is zéér groot!
Wanneer ut met de indicativus is verbonden, betekent het '(zo)als' of 'toen'; in de laatste betekenis staat er in de regel de indicativus perfecti achter.
Ita fecisti, ut praedones solent.
Je hebt zo gehandeld als rovers gewoonlijk doen.
Ut reges plebem opprimebant, sic nunc a patribus plebs opprimitur.
Zoals de koningen het volk onderdrukten, zo wordt het volk nu door de patriciërs onderdrukt.
Ut sol ortus est, dux castra movit.
Toen de zon was opgegaan, brak de generaal het kamp op.
Wanneer ut met de coniunctivus is verbonden, betekent het '(op)dat', 'om te' of '(zo)dat'. Het duidt dan het doel of het gevolg van de handeling van de hoofdzin aan.
Edimus ut vivamus, non vivimus ut edamus.
Wij eten om te leven, wij leven niet om te eten.
Postulo ut venias.
Ik eis dat je komt.
Magna tempestas coorta est, ut classis in portu maneat.
Er is een hevige storm opgestoken, zodat de vloot in de haven blijft.
Tam fortiter pugnavit, ut a duce laudatus sit.
Hij heeft zo dapper gevochten, dat hij door de generaal onderscheiden is.
Let op wat er gebeurt, wanneer deze bijzinnen ontkennend worden: '(op)dat niet' is in het Latijn ne; '(zo)dat niet' is ut non.
Edimus ne moriamur.
Wij eten om niet te sterven.
In tanto versor periculo, ut servari non possim.
Ik verkeer in zo groot gevaar dat ik niet gered kan worden.
Iets merkwaardigs gebeurt er bij werkwoorden die 'bang zijn' betekenen: timere ne betekent 'bang zijn dat', timere ne non (of soms timere ut) betekent 'bang zijn dat niet'.
Verendum est ne brevi tempore fames in urbe sit.
Er moet gevreesd worden dat er binnenkort honger in de stad zal zijn.
Periculum est ne hostes urbem capiant.
Het gevaar bestaat dat de vijand de stad verovert.
Vereor ne superiores litterae tuae mihi redditae non sint.
Ik vrees dat jouw vorige brief niet bij mij is bezorgd.
Deze op het eerste gezicht onlogische constructie wordt wat begrijpelijker, wanneer we ons realiseren wat men in feite wil: natuurlijk dat er geen honger komt, dat de stad niet veroverd wordt, dat je het wel volhoudt.
Opmerkingen:
Denk eraan, dat ne + coniunctivus ook in een hoofdzin kan staan; we hebben dan te maken met een prohibitivus.
Let op de uitdrukking ne ... quidem, 'ook ... niet', 'zelfs ... niet', 'niet eens ... '; deze staat in hoofd- en bijzinnen, zonder enige invloed op de constructie.
Enige bijzonderheden:
ut kan ook 'bijvoorbeeld' betekenen; er staat dan doorgaans geen persoonsvorm bij:
Dei etiam, ut cum Gigantibus, sua propria bella gesserunt.
Zelfs de goden hebben, bijvoorbeeld met de Giganten, hun eigen oorlogen gevoerd.
ut, geplaatst vóór een predicatief substantivum, kan twee geheel verschillende betekenissen hebben:
Fabius, ut vir Romanus, fortissime se gessit.
Fabius gedroeg zich, als Romein, heel dapper.
Germanorum dux, ut homo barbarus, fortissime se gessit.
De aanvoerder van de Germanen gedroeg zich, voor een barbaar, heel dapper.
ut + coniunctivus kan soms concessieve betekenis hebben:
Ut desint vires, tamen est laudanda voluntas.
Ook al ontbreken de krachten, toch moet men de wil prijzen.
Wanneer ut onmiddellijk wordt gevolgd door een indicativusvorm van esse, komt het dicht bij de betekenis 'omdat'.
Papirius, ut erat rei militaris peritus, aciem optime instruxerat.
Papirius, ervaren soldaat als hij was, had de slaglinie uitstekend opgesteld.
Behalve na werkwoorden van vrezen gebruikt het Latijn ne in de betekenis 'dat' ook na werkwoorden die 'verhinderen' betekenen.
Impedio ne abeas.
Ik verhinder je weg te gaan (en je gaat dus niet weg).
Ook dum kan zowel met de indicativus als met de coniunctivus worden verbonden.
1. Wanneer dum de betekenis 'terwijl' heeft, staat er als regel een indicativus praesentis bij.
Dum haesitat Helvidius in limine, aliquis eius togam carpsit.
Terwijl Helvidius op de drempel aarzelde, trok iemand aan zijn toga.
Dum ego in Sicilia sum, nulla statua deiecta est.
Terwijl ik op Sicilië was, is geen enkel standbeeld omvergehaald.
2. Wanneer dum met een indicativus (en dat kan dus ook een indicativus praesentis zijn!) verbonden is, kan het 'zolang als' betekenen.
Fuit Lacedaemoniorum gens fortis, dum Lycurgi leges vigebant.
Het volk van de Spartanen was sterk, zolang als de wetten van
Lycurgus van kracht waren.
Dum anima est, spes est (= dum spiro spero).
Zolang als er leven is, is er hoop.
3. Verder kan dum de betekenis 'totdat' hebben. Wanneer er tussen hoofd- en bijzin alleen maar een verband van tijd bestaat, volgt na dum de indicativus. Wordt in de bijzin het doel of de reden van de handeling van de hoofdzin aangegeven, dan staat na dum een coniunctivus.
Hostes fugiebant, dum ad flumen Rhenum pervenerunt.
De vijanden vluchtten, totdat ze de rivier de Rijn bereikten.
Epaminondas ferrum in corpore retinuit, dum renuntiatum est
Boeotios vicisse.
Epaminondas liet de pijl in zijn lichaam zitten, totdat hem
gerapporteerd was dat de Boeotiërs gewonnen hadden.
Domitia exspectabat dum Paris ad se veniret.
Domitia bleef wachten totdat Paris bij haar zou komen.
Horatius Cocles impetum hostium sustinuit, dum ceteri
pontem interrumperent.
Horatius Cocles hield stand onder de aanval van de vijanden,
totdat de anderen de brug hadden afgebroken.
4. Tenslotte kan dum, verbonden met de coniunctivus, nog 'mits', 'op voorwaarde dat' betekenen. Het is dan synoniem met dummodo en modo.
Manent ingenia senibus, dum permaneat studium et industria. Oude mensen blijven scherp van geest, mits hun interesse en activiteit blijven bestaan.
Si ignavus fuisse videor, dum ne tibi videar, non curo.
Als ik laf schijn te zijn geweest, kan me dat niet schelen,
als jij dat tenminste maar niet vindt.
Samengevat: