Aspasia (Ἀσπασία) van Milete, een hoog ontwikkelde vrouw, kwam kort na 450 vC uit haar geboortestad naar Athene, waar ze de geliefde en de - naar attisch recht onwettige - echtgenote van Pericles werd, die zijn wettige vrouw voor haar verstiet. Tussen 445 en 440 schonk zij Pericles een zoon, die naar zijn vader werd genoemd en later gewettigd werd.
A. had grote invloed op haar man en vormde met hem het middelpunt van een progressieve kring van politici, wijsgeren en kunstenaars. Pericles' politieke tegenstanders lieten uiteraard geen middel ongebruikt om A., die voor hen een hetaere bleef, in een ongunstig licht te stellen: aan haar invloed schreven ze de oorlog tegen Samos (441-439) toe, evenals het volksbesluit tegen Megara (432), waardoor deze stad de toegang tot alle havens van de attische zeebond werd ontzegd. In 432 diende de komediedichter Hermippus tegen A. een aanklacht wegens goddeloosheid en koppelarij in; slechts met grote moeite wist Pericles haar vrijspraak te bewerken.
Na Pericles' dood in 429 was A. korte tijd de echtgenote van de politicus Lysicles; deze werd echter in 428 reeds gedood. Over de rest van haar leven is niets bekend dan dat ze in Athene stierf. De nagedachtenis van de begaafde vrouw werd vooral in de kring van Socrates' leerlingen in ere gehouden.
Gewoonlijk wordt een borstbeeld, gevonden bij opgravingen
in de buurt van Anzio en thans in het
Vaticaans Museum, voor dat van A. gehouden, echter
zonder voldoende redenen. Evenmin is het zeker
dat A. voorkomt op een bronzen reliëf uit de
4e eeuw vC in het Museo Nazionale te Napels,
waarop Socrates afgebeeld is, schrijdende in de
richting van een vrouwenfiguur.
Lit. W. Judeich (PRE 2, 1716-1721). - E. Kornemann, Grosse
Frauen des Altertums (Wiesbaden 1947) 63vv.
[Nuchelmans]