Cothurn (κόθορνος) heette in het grieks de laars van
zacht leer die de voet en het gehele onderbeen bedekte
en tussen de 6e en 1e eeuw vC in verschillende
modellen gedragen werd door de beter gesitueerden.
Een bijzondere vorm van de c. was de toneellaars,
een c. met een dikke zool, waardoor de acteur groter
leek dan hij in werkelijkheid was; deze zou door
Aeschylus ingevoerd zijn. Vanaf de 2e eeuw vC
werd de leren zool door een steeds dikker houten
blok vervangen, zodat de toneelspelers van de keizertijd
soms op stelten leken te lopen.
Lit. M. Bieber (PRE 11, 1520-1526). - T. Webster, Monuments
illustrating Tragedy and Satyr Play (Bull. Inst. Class.
Studies Univ. London, Suppl. 14, 1962). [Nuchelmans]