Efebie

efebeEfebie (Ἐφηβεία) heette in Griekenland de dienstplicht voor jongemannen, de z.g. efeben (ἔφηβοι). In Athene, waar ze ongetwijfeld al vanaf de 5e eeuw vC bestond, werd de e. tussen 337 en 335 vC door Epicrates gereorganiseerd; het instituut bestond tot in de 4e eeuw nC maar veranderde in de loop der eeuwen sterk van karakter.

Aanvankelijk, tot ca. 320 vC, omvatte de e. een jaar militaire instructie voor de 18-jarigen, gevolgd door een jaar garnizoen- of vestingdienst; de leiding berustte bij een voor één jaar gekozen κοσμητής, die bijgestaan werd door tien σωφρονισταί en een of meer παιδοτρίβαι. Aan het eind van de eerste oefentijd ontvingen de efeben een zwaard en een schild en legden de krijgseed af. De efeben waren te kennen aan hun korte haardracht, een breedgerande hoed (πέτασος) en een korte mantel, de chlamys; ze waren verplicht deel te nemen aan de plechtigheden van de officiële eredienst.

Na 320 vC was de e. niet meer verplicht, de duur werd beperkt tot één jaar en de sportbeoefening kreeg steeds meer de overhand over de militaire vorming. Op het eind van de 2e eeuw vC was de e. een soort elite-opleiding onder staatstoezicht geworden voor zonen van rijke ouders; sinds die tijd omvatte de e. ook onderricht in taal en letterkunde en werden ook niet-Atheners toegelaten.

Naar het voorbeeld van Athene ontstond de e. ook in andere griekse en hellenistische steden. Boven links een efebe op een romeins stucreliëf uit Stabiae.


Lit. O. Reinmuth (Der kleine Pauly 2, 287-291). - A. Brenot, Recherches sur l'éphébie attique et en particulier sur la date de l'institution (Paris 1920). H. Marrou, Histoire de l'éducation dans l'antiquité² (Paris 1950) 152-160. C. Pelekidis, Histoire de l'éphébie attique (Paris 1962). [Nuchelmans]


Register