Leochares (Λεωχάρης), atheense beeldhouwer, tijdgenoot
van Praxiteles en
Lysippus. Plinius maior
geeft de 102e olympiade (372-369) als zijn hoogtepunt,
maar dit is zeker te vroeg, daar zijn laatste
dateerbare werk, de groep van Craterus te Delphi
(afb. 35, nr. 42), ca. 320 vC ontstond. Het oeuvre
van L. was zeer omvangrijk en bestond vooral uit
beelden van goden en atleten en uit portretbeelden,
o.a. dat van Isocrates
te Eleusis en die van de
familieleden van Alexander de Grote
in het Philippeum
te Olympia. Een slechte repliek van zijn
Ganymedes
die door een adelaar wordt geroofd
(Rome, Vaticaan) heeft men op grond van Plinius'
beschrijving aan L. toegeschreven. Van de door
hem gemaakte westfries van het mausoleum te
Halicarnassus zouden een zestal platen in het Brits
Museum stammen. Stilistische overeenkomst vertonen
de Apollo van Belvedere (zie linksboven), de Artemis van Versailles
en de Aphrodite in het Capitolijns Museum,
die sommigen daarom aan L. toeschrijven.
Lit. G. Lippold (PRE 12, 1992-1998). P. Arias (EAA 4, 565v).
- G. Lippold, Handbuch der Archäologie 3 (München 1950)
268-272. Ch. Picard, Manuel d'archéologie grecque. La
sculpture 4, 2 (Paris 1963).
[J. A. de Waele]