Theseus

Theseus (Θησεύς), legendarische koning van Attica en de nationale held van Athene, zoon van Aegeus en Aethra. Hij werd geboren in Troezen en bleef daar, toen zijn vader naar Athene terugkeerde, achter samen met zijn moeder, wier vader Pittheus koning van Troezen was. T. moest, als hij volwassen geworden was, een rotsblok optillen, waaronder Aegeus zijn zwaard en sandalen verborgen had en zich dan naar Athene begeven. T. had, toen het zover was, met deze opdracht geen moeite en reisde over land naar Athene terug. Onderweg maakte hij verschillende misdadigers en monsters onschadelijk, zoals Sinis, Procrustes en Sciron. T. kwam in Athene aan in de tijd dat Aegeus gehuwd was met Medea. Deze voelde zich bedreigd en wist Aegeus, die zijn zoon niet herkende, er toe te bewegen T. op te dragen de stier van Marathon onschadelijk te maken. Toen hij hierin was geslaagd, poogde ze hem te vergiftigen, maar doordat Aegeus zijn zoon herkende, werd deze poging verijdeld. Medea nam daarop de vlucht.

theseus en minotaurus
Theseus doodt de Minotaurus
Toen T. hoorde van het tribuut van zeven jongens en zeven meisjes aan de Minotaurus, ging hij als een van de jongens mee naar Kreta en doodde het monster met behulp van Ariadne. Koning geworden na de dood van zijn vader, bracht T. de samenvoeging (συνοικισμός) tot stand van de verschillende gemeenten van Attica tot één staat met Athene als hoofdstad. Dit is als zodanig een historisch feit, maar werkelijke tijd en plaats staan niet vast.

T. nam deel aan de caledonische jacht en de Argonauten-tocht en ook, samen met Heracles, aan de expeditie tegen de Amazonen; hij nam hun koningin Hippolyte (of Antiope) tot vrouw. Later was hij gehuwd met Minos' dochter Phaedra. Na aanvankelijke onmin raakte T. goed bevriend met de Lapithen-koning Pirithoüs. Hij was te gast op diens huwelijksfeest en stond hem bij in de bij die gelegenheid ontstane strijd tegen de Centauren. Met behulp van Pirithoüs schaakte hij de jeugdige Helena en samen drongen ze de onderwereld binnen om Persephone te ontvoeren. Hades liet hen echter vastgroeien op de rots waarop ze waren gaan zitten en T. moest door Heracles worden bevrijd. Toen hij in Athene terugkeerde, bleek aldaar de troon te zijn geüsurpeerd door Menestheus. T. moest naar Scyrus vluchten, waar koning Lycomedes hem liet ombrengen.

In de griekse beeldende kunst vormen de lotgevallen van T., die gewoonlijk voorgesteld wordt als een jongeman zonder baard en, evenals Heracles, met een leeuwehuid en een knots, een geliefd thema. Scènes uit zijn tocht van Troezen naar Athene vinden we o.a. afgebeeld op de metopen van het schathuis van Athene te Delphi en het Hephaesteüm (het z.g. Theseüm) in Athene; de strijd tussen Lapithen en Centauren vulde de westgevel van de Zeus-tempel te Olympia. De strijd met de Minotaurus en die mer de Amazonen zijn afgebeeld op talrijke vazen, gemmen en muurschilderingen.

Lit. H. Steudin (Roscher 5, 678-760). H. Herter (PRE Suppl. 13, 1973, 1045-1238). E. Paribeni (EAA 7, 746-752). - C. Robert, Die griechische Heldensage 2. Die Nationalheroen (Berlin 1921) 676-756. F. Brommer, Vasenlisten zur griechischen Heldensage³ (Marburg 1973) 210-258. - F. Wolgensinger, T. (Diss. Zürich 1935). C. Dugas/R. Flacelière, Thésée, images et récits (Paris 1958). A. G. Ward/W.R. Connor/S. Edwards/S. Tidworth, The Quest for T. (New York 1970). T. Stern, Thésée ou la puissance du spectre (Paris 1981). [Schouten]




mythen