(I) Astarte, verwant aan Anath, Asjera en
Istar,
oorspronkelijk een mannelijke astrale godheid
(Astar) is een manifestatie van de westsemitische
vrouwelijke vruchtbaarheidsgodheid die in
het kanaänitische pantheon als vrouw of zuster van
de hoofdgod EI optreedt. Aldaar heeft zij Baälath,
de gemalin van Baäl, verdrongen. Bij de voorstellingen
van deze godin (miniatuurbeeldjes, gebruikt
als amuletten) treden de geslachtskenmerken op de
voorgrond. Haar cultus had eveneens een sexuele
achtergrond. Tegen de daarmee gepaard gaande
tempelprostitutie koos Israël scherp stelling (Dt 23,
17v). In vele steden was A. (hebreeuws 'aštart, gespeld
als 'aštōret, om de lezer aan bōšet = schande
te laten denken) de stadsgodin, zoals in Askelon,
Gath (1Sm 31,10) en Sidon (1Kg 11,33). Uit deze
laatste stad heeft Salomo de vruchtbaarheidscultus
in Jeruzalem geimporteerd (1Kg 11,5). Het astrale.
aspect van A. vindt men in OTische teksten bij Jeremia,
waar sprake is van de 'koningin des hemels'
(Jr 7,17vv; 44,17vv).
Lit. F. Nötscher/Th. Klauser (RAC 6, 806-810). G. W.
Ahlström, Aspects of syncretism in Israelite Religion (Lund
1963) 53-56. [Beek]
(II) De phenicische godin Astarte werd onder de 18e dynastie
ook in Egypte bekend. Zij wordt vermeld op een
bas-reliëf, in de steengroeven van Tura, uit de tijd
van Amenhotep II.
Papyrusfragmenten uit de tijd
van Horemheb bevatten een legende, waarschijnlijk
verwant met een gedicht uit Ugarit, waarin A.,
'dochter van Ptah', optreedt tegenover Jam, god van
de zee, en door hem te huwelijk wordt gevraagd
(ANET 17v en 131; vgl. Th. H. Gaster, BiOr 9,
1952, 82-85). Zij bezat ook een tempel in de Deltaresidentie
van Ramses II.
Als godin van de oorlog
was zij samen met Anath, de meesteresse van paarden
en strijdwagens, en beschermde zij de koning in het
gevecht. Daarom werd zij met Seth verbonden en
met Sechrnet vereenzelvigd. Als godin van de liefde
werd zij met Hathor
en, langs deze, met
Isis gelijkgesteld.
De A.-tempel te Memphis, waarvan de
priesters in het Zeno-archief vermeld worden, is.
derhalve ongetwijfeld dezelfde als de tempel van
'de vreemde Aphrodite' waarover Herodotus 2,112
spreekt en als het Aphrodision der Serapeumpapyri.
Lit. RÄR 55-57. J. Leclant, Astarte à cheval d'après les
représentations égyptiennes (Syr 37, 1960, 1-67).
[Vergote]