Baäl-Peor, waarschijnlijk de B. die als lokaal zich
manifesterende godheid bij de berg Peor in Moab
(Nm 23,28) werd vereerd. Volgens Nm 25,1-5 raakte
hier het nomadische Israël voor het eerst verstrikt in
de Baälsdienst, die later zulk een groot syncretistisch
gevaar voor de Jahwe-religie opleverde (vgl. Dt 4,3;
Ps 106,28; Hos 9,10).
Lit. O. Henke, Zur Lage vom Beth Peor (ZDPV 75, 1959, 155163).
M. Auerbach, Moses (Amsterdam 1953) 188-191. [Beek]