Septimius Serenus, een der poetae novelli
(neoterici)
ten tijde van keizer
Hadrianus (117-138 nC), auteur
van een dichtwerk Opuscula ruralia, waarvan
slechts enkele fragmenten (36 versregels) over zijn.
De schrijver, die een tijdgenoot was van de metricus
Terentianus Maurus, toont een grote vaardigheid
in het hanteren van verschillende metra.
Voorts valt in zijn werk een duidelijke voorliefde
te bespeuren voor diminutiva en archaïsmen, voor
opvallende klankcombinaties en vernuftige woordspelingen.
Lit. Fragmenten in Ae. Baehrens, Fragmenta poetarum Romanorum
(Leipzig 1886) 384-388 en W. Morel, Fragmenta
Poetarum Latinorum Epicorum et Lyricorum praeter Ennium
et Lucilium (Leipzig 1927 = Stuttgart 1963) 144-148. - GRL
3, 23v. - E. Castorina, I poetae novelli (Florence 1949) 164-190.
H. Bardon, La littérature latine inconnue 2 (Paris 1956)
236-239.
[Brouwers]