De Vestaalse Maagden, vrouwen die heel jong (tussen 6 en 10 jaar) uit aanzienlijke families uitgekozen werden voor de
inwijding in het priesterschap, woonden in de Domus Virginum,
of 'Huis van de Vestaalse Maagden'. Er waren 3 leeftijdscategorieën:
van 6 tot 16 de opleidingsfase; van 16 tot 26 de tijd van de uitoefening;
van 26 tot 36 voedden zij de jongere Vestalinnen op. Hierna konden zij het
Atrium verlaten, maar meestal bleven zij daar tot hun dood. Berucht
is de straf die een Vestaalse kreeg als ze betrapt werd met een man;
zij werd dan in een ondergronds kamertje met voldoende eten en drinken
opgesloten, maar de ingang werd luchtdicht verzegeld. De man werd gegeseld
tot de dood erop volgde.
De Domus Virginum was een groot, royaal, mooi gebouw juist ten oosten van de
tempel; toch was het afgesloten als een nonnenklooster nu.

