Amfitheater
Amfitheater (amphitheatron, latijn amphitheatrum).
Ondanks zijn griekse naam is het amfitheater een schepping
van
de italische, meer in het bijzonder van de campaanse
bouwkunst. Amfitheaters komen bijna uitsluitend in
Italië en West-Europa
voor, in Griekenland en het
Nabije Oosten zijn ze zeldzaam. Het woord moet
niet worden opgevat als 'dubbel-theater', zoals ook
in
de oudheid reeds ten onrechte geschiedde, maar
als de substantivering van een adiectivum met de
betekenis 'het publiek rondom
(de arena) hebbend'.
Inderdaad is een amfitheater een bouwwerk waarin, zoals in
het tegenwoordige stadion, rond een ellipsvormige
arena
de plaatsen der toeschouwers in een of meer
etages trapsgewijze oplopen. Het was
bestemd voor de met name in Italië van oudsher
zeer
geliefde gladiatorenspelen, gevechten tussen
dieren en tussen mensen en dieren, naumachieën
e.d. Op de begane grond leidde een
gang rond het amfitheater
van waaruit het publiek via trappen en vomitoria
(lett. 'braakopeningen') de verschillende genummerde
secties
en rangen kon bereiken.
Doorsnede van het Colosseum
Ook op de hoogste etage leidde meestal een overdekte galerij rond
het
gehele amfitheater; daarop stonden masten, waaraan een
enorm zeil (velum, velarium) bevestigd werd om de
bezoekers tegen de
zonnegloed te beschermen. In de
ingewanden van het gebouw bevonden zich vele gewelfde
ruimten die als magazijn en verblijven
voor
de dieren, de spelers en het personeel dienst deden.

Buiten het Colosseum staan nog 4 grote palen waaraan de touwen van
zeilen
werden bevestigd.
Aanvankelijk waren de amfitheaters van hout; in de stad
Rome schijnt in 29 vC het eerste stenen amfitheater
door
Statilius Taurus te zijn opgetrokken op het Marsveld.
Het oudste bewaard gebleven stenen amfitheater is dat
van
Pompeji (ca. 80 vC). Dit is een vertegenwoordiger
van het z.g. uitgegraven (of in een bergkom
aangelegd) type. Van de geheel
boven de grond opgetrokken
a.s. zijn de oudste thans nog bestaande
vertegenwoordigers die van
Nimes,
Arles (beide
waarschijnlijk van dezelfde bouwmeester) en
Pola,
die dateren uit de tijd van keizer
Augustus. Het
meest spectaculaire amfitheater bezitten we in het
amphitheatrum Flavium, beter bekend onder de naam
Colosseum, die het in de middeleeuwen ontleende
aan de naburige, 36 meter hoge colossus van Nero.
Met het enorme bouwwerk, dat
opgetrokken werd
in travertijn in de vlakte van de Mons Coelius, werd
een aanvang gemaakt door keizer
Vespasianus, die
in 79 twee etages inwijdde, de eerste in dorische, de
tweede in ionische stijl. Door keizer
Titus werd
hieraan een derde etage in corinthische stijl toegevoegd
en daarboven nog een geblindeerde arcade.
De assen van de plattegrond meten 188 en 156 m,
de oppervlakte der arena, die onder water gezet kon
worden, bedraagt 3600 m², de hoogte was oorspronkelijk
48,50 m. De arena werd afgesloten door een
hoog podium, waarop zich de keizerlijke loges en
de zetels der eregasten en juryleden bevonden. Dit
machtige getuigems van romeinse bouwkunst, dat
bijna 50.000 toeschouwers (andere schattingen: 65000 à 80000) kon bevatten, onderging
restauraties en verbeteringen onder Nerva,
Traianus,
Antoninus Pius, tussen 217 en 238, in 250, in
het midden van de vijfde eeuw, en in 523. In de
middeleeuwen en zelfs in de renaissance-tijd diende
het Colosseum als steengroeve (Palazzo Farnese!);
niettemin maken de overblijfselen ook thans nog
een overweldigende indruk. Aan de onttakeling
werd een einde gemaakt door paus Benedictus XIV,
die in 1750 het Colosseum toewijdde aan de
nagedachtenis van de christenen die er de marteldood
ondergingen, en door de archeologische onderzoekers van de 19e eeuw.
Andere indrukwekkende specimina van amfitheaters, waarvan
sommige tot op de huidige dag in gebruik zijn, bevinden
zich in Arezzo,
Syracuse,
Trier,
Verona en Pozzuoli.
Lit. P. J. Meier (PRE 1, 1959-1962). H. Kahler
(EAA 1, 374-390).L.Friedlaender/G.Wissowa,
Darstellungen aus der Sittengeschichte
Rome 1 (Leipzig 1922) 50-112; 4 (Leipzig
1923) 205-240. F. Colagrossi, L'Anfiteatro Flavio nei suoi
venti secoli di storia (Rome 1913). [Nuchelmans]